Apocriefe boeken/Judith 3
Judith 3 | |
Auteur | Anoniem |
Genre(s) | Religie |
Brontaal | Nederlands |
Datering | 1906 |
Vertaler | Adolf Visscher (1686-1746) |
Bron | Anoniem (1906) De apocriefe boeken. Uit de Hoogduitsche vertaling van M. Luther eertijds door Adolf Visscher in het Nederduitsch overgezet, [Amsterdam]: Nederlandsch Bijbelgenootschap, p. 2. Zie Bestand:De apocriefe boeken p 2.jpg |
Auteursrecht | Publiek domein |
[...] HOOFDSTUK 3. Holofernes onderwerpt vele koninkrijken. | |
TOEN zonden de koningen en vorsten van Syrië, Mesopotamië, Sirië-Sobal, | |
Libye en Cicilië hunne gezanten uit alle steden en landen. Die kwamen | |
2 | tot Holofernes, zeggende: Wend uwen toorn van ons af; want het is |
beter, dat wij Nebukadnezar, de grooten koning, dienen, en u gehoor- | |
zaam zijn, en in leven blijven, dan dat wij omkomen, en winnen evenwel | |
3 | niets. Al onze steden, goederen, bergen, heuvels, akkers, ossen, schapen, |
4 | geiten, paarden, en kameelen, en wat wij slechts hebben, alsook ons |
5 | huisgezin, het is alles het uwe, doe daarmede wat gij wilt; ja ook wij, |
6 | benevens onze kinderen, zijn uwe knechten. Kom tot ons en wees onze |
genadige heer; en gebruik onzen dienst, zooals het u behaagt. | |
7 | Toen trok Holofernes van het gebergte af met al zijn krijgsvolk, en hij |
8 | nam de vaste steden en het geheele land in, en las daar knechten uit, |
9 | het beste volk, dat hij onder hen vond. Daarover verschrikten alle |
landen zóózeer, dat de regenten en voornaamsten uit alle steden, benevens | |
10 | het volk, hem tegemoetkwamen, en hem ontvingen met kransen, lampen, |
11 | reien, trommels en pijpen. En nochtans konden zij met zulk een eer- |
12 | bewijs geen genade verkrijgen; want hij verbrak hunne steden en hieuw |
13 | hunne gewijde bosschen om. Want koning Nebukadnezar had hem ge- |
boden, dat hij alle goden in de landen vergelden zou, opdat alle volken, | |
welke Holofernes zou bedwingen, hem alleen als een god prijzen zouden. | |
14 | Toen hij nu Syrië-Sobal, Apaméa en Mesopotamië doorgetrokken was, |
15 | kwam hij tot de Edomieten, in het land Gabaä; en hij nam hunne |
steden in en lag aldaar dertig dagen lang, gedurende welken tijd hij zijn | |
geheele heir verzamelde. |