Belgische Grondwet - Titel 6

Uit Wikisource
   Belgische Grondwet   
Titel I. Het Federale België, zijn samenstelling en zijn grondgebied
Titel Ibis. Algemene beleidsdoelstellingen van het federale België, de gemeenschappen en de gewesten
Titel II. De Belgen en hun rechten
Titel III. De Machten
Titel IV. De buitenlandse betrekkingen
Titel V. De financiën
Titel VI. De gewapende macht
Titel VII. Algemene bepalingen
Titel VIII. De herziening van de Grondwet
Titel IX. Inwerkingtreding en overgangsbepalingen

TITEL VI : DE GEWAPENDE MACHT[bewerken]

Art. 182.
De wet bepaalt op welke wijze het leger wordt aangeworven. Zij regelt eveneens de bevordering, de rechten en de verplichtingen van de militairen.
Art. 183.
Het legercontingent wordt jaarlijks goedgekeurd. De wet die het vaststelt, is slechts voor een jaar van kracht, indien zij niet wordt vernieuwd.
Art. 184.
De organisatie en de bevoegdheid van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden bij de wet geregeld. De essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden bij de wet geregeld.
Overgangsbepaling
De Koning kan echter de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, vaststellen en uitvoeren, voor zover het besluit, met betrekking tot die elementen, bekrachtigd wordt bij de wet vóór 30 april 2002.
Art. 185.
Vreemde troepen mogen niet dan krachtens een wet tot de dienst van de Staat worden toegelaten, het grondgebied bezetten of er doorheen trekken.
Art. 186.
Militairen kunnen niet van hun graden, ererechten en pensioenen worden ontzet dan op de wijze bij de wet bepaald.