I.K. Bonset/Storm

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Storm
Auteur(s) I.K. Bonset
Titel Storm
Genre(s) Poëzie
Brontaal Nederlands
Bron I.K. Bonset (1975) Nieuwe Woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg, Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, ISBN 90-2141-316-7, pp. 13-15.
Auteursrecht Publiek domein

[13]

Storm.

’t Stormt.
DE wind.
Hij giert
en gilt
en buldert
in de straten
Hij bromt
en suist
en zweept
en smijt
Hij kan niets
liggen laten.

Nu rust hij uit –
en gluurt
en tuurt
waar hij op
af kan springen
waar of hij
ergens in de buurt
zijn leden
door kan wringen.

Daar klapt hij
1000 zwepen uit
en zweept ze
op de daken.
Hij tracht met


[14]

uitgestrekten arm
den hemel aan te raken.

Hij sist.
nu gooit hij
wat omver,
smijt alles
doorelkander.
Nù draaft hij
door een schuur
Dàn springt hij
op een muur
bespeelt
de schoorsteenpijpen
Yj Uj uj uj ujjj
Om dan,
luid gillend
naar omhoog te vliegen
in een strakken boog
om daar een donderwolk
te grijpen.
Hij neemt er eén.
Hij neemt er twee
en scheurt ze dan
aan stukken.
Dan springt hij
loodrecht
naar benêe
en gaat een huis omrukken.


[15]

Maar plotseling
kan hij liggen gaan
zóó breed
zóó stil
zóó zwart
en groot
als waar
zijn ziel
voor eeuwig
dood.