Kleine gedigten/Het gevonden liedjen (De vergenoegde man)

Uit Wikisource
Klaartje en Keetje Kleine gedigten voor kinderen (1779) door Hieronymus van Alphen

Het gevonden liedje

De goede eerzucht. Een klagt van Daantje
Uitgegeven in Utrecht door de wed. Jan van Terveen en zoon.

[ 38 ]

HET GEVONDEN LIEDJEN.


'k Vond daar even dit papiertjen,
'k Hoop dat ik het lezen kan.
Boven staat er op geschreven:
Hoe! ...


De vergenoegde man,


Kom kinders zet u bij mij neêr.
'k Zal u een liedjen geven.
De vergenoegdheid is veel meer
Dan schatten in dit leven.

Al heb ik weinig, 'k heb genoeg;
Zou ik een man benijden,
Die altoos mooie kleren droeg,
Maar zware pijn moest lijden.

[ ill ]
[ 39 ]


Het werken houdt mij steeds gezond,
En vlug van lijf en leden.
't Word wakker in den morgenstond,
Verkwikt en wel te vreden.

De honger, dien ik zelden mis,
Doet mij veel grager eeten,
Dan of ik aan een koningsch disch,
Was dag aan dag gezeten.

't Heb dikwijls water uit een bron
Met meerder smaak gedronken,
Dan ooit de wijn mij geven kon,
Bij bekers ingeschonken.

En is de dag voorbijgegaan,
Zie ik den avond rijzen,
Dan hef ik eens een liedjen aan,
Om mijnen God te prijzen.

[ 40 ]


Nu, lieve kinders! leef als ik,
Verblijdt u in Gods zegen!
Zeg dankend, ieder oogenblik,
Wat heb ik veel gekregen!


Welk een lief en aartig liedjen!
Hoe behaagt en treft het mij.
Mogt ik leeren zo te leven,
Vergenoegde man! als gij.