Pagina:Cramer, HW - Kunstreis dl 1.djvu/235

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De gewelven doorloopende, bereikte ik de werkplaats van den schrijnwerker, eigenaar van dit gebouw en vervaardiger van meubelen in den antieken stijl Deze geleidde mij langs eenen ronden steenen trap tot de vroegere kapel, nu in eene drukkerij herschapen. Welk een jammer ten aanzien van het schoone klassieke poortje, dat tot deze werkplaats geleidt. Welk eene hervorming heeft hier plaats gevonden, een waar pronkstuk van vroegere eeuwen. Het verwulf is een meesterstuk van stoutbeid. Een enkele kolom steunt het geheel; ook zijn al de ornementen, die hetzelve sieren in het materieel uitgehakt. Na den antieken vorm der ramen nog eene wijl met oudheidslievende eerbied gadegeslagen te hebben, bezocht ik ook de gewelven onder de kapel, het minst belangrijke van dit geheel, als zijnde eenigermate gemoderniseerd geworden. Dit gebouw heeft tijdens de revolutie in 1793 als bisschoppelijk verblijf veel geleden.

Nu ging het weder voorwaarts naar de abdij St. Germain des près.

Dit gebouw had vroeger bet aanzien eener citadel; torens verbonden zich aan het muurwerk, dat door diepe grachten omgeven was. Men vermeent dat deze abdij eene der oudste van Parijs, en gebouwd is op de grondvesten van een' tempel Isis toegewijd. Zij zoude door childeric, zoon van clovis, gesticht zijn. Deze abdij bevatte eenmaal