Eenheid/Nummer 294/De priester-kunstenaar

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De priester-kunstenaar
Auteur(s) Theo van Doesburg
Datum 22 januari 1916
Titel De priester-kunstenaar
Tijdschrift Eenheid
Jg, nr, pg [6], 294, ?
Genre(s) Poëzie
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein

DE PRIESTER-KUNSTENAAR.

Opgedragen aan mijn vriend
A. de Winter.


Ik ken mij zelf aan U.
U ken ik aan mij zelve.
Gij ziet.
Gij zijt.
Gij wordt bewogen.
en toont uw zien en zijn,
mij elken dag voor d’ oogen.
Gij toont mijn Zijn
in vormen en in kleuren,
zooals geen dat nog deed.
Gij toont aanhoudend
mij, mijn beeltenis.
Zoowel het diepste zwart,
als wel het puurste wit;
zoowel de kromste boog
als wel de rechtste lijn
ben ik.
Kom mij niet aan
met: dit is die
en dat is weer een ander,
want inderdaad —
al schiept ge duizend beelden
na elkander,
al schiept ge duizend aura’s
in één nacht —
’t was alles slechts
de mensch
dien gij voortbracht.
De mensch komt in 't licht!
De mensch wordt nu geboren!
De Kunst wordt religie.
De Kunstenaar, de priester, die
den wereldwil uitbeeldt, in
vormen,
kleuren,
woorden,
klanken,
de Priester, aan wien
Wij het nieuwe leven danken.
THEO VAN DOESBURG

Utrecht, 7-1-’16.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • I.K. Bonset (1975) Nieuwe Woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg, Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, ISBN 90-2141-316-7, p. 99.
  • Ine Gevers (1985) Janus de Winter. De schilder mysticus, Amsterdam: Meulenhoff/Landshoff, ISBN 90-2908-263-1, p. 25.