Pagina:Bosboom-Toussaint, Leycester in Nederland eerste deel (1886).pdf/447

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lieden, gij kunt blijven en mij vergezellen. En gij, kleine Arthur! gij verdient dank voor uwe opmerkzaamheid, maar zorg, uwe tonge niet te roeren van hetgeen gij weet of vermoedt, tegen wien ook, en nu, ga, volg mij! Mijnheer de Kanselier, en gij, neef! wilt mij hier wachten!'

En hiermede verliet de Graaf het vertrek.

»Onze heer heeft een moedig hart,” sprak Leoninus.

»Onze Graaf betrouwt zich op God,” hernam de Burggraaf. »Moge geene duivelsche boosheid dit vertrouwen beschamen!”

»Mylord is Engelsch edelman en van het beste bloed,” zei Sidney tot den Kanselier. Eene wijle daarna zich naar Daniël wendende, zeide hij hem zacht met eenigen lichten zweem van minachting: »Heer Burggraaf! zoo gij weder uwe echtgenoot aan het straatgewoel waagt, laat het dan voor »t minst zijn onder een geleide, dat haar veiligt tegen de grove aardigheden van jonge losbollen!”

»Hoe, sir! Martina was daaraan blootgesteld? Mag haar iets overkomen zijn?”

»Zij is onverlet teruggevoerd naar haar logies, doch dat is uwe schuld niet.”

»Hoe ik u danke!”

'Gij zijt mij daarvoor geen dank schuldig,” hernam Sidney droogjes.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Wij moeten toch weten, in hoever de onrust van Leycester en zijne vrienden over de ontwerpen der Hollanders gerechtigd was. Wij kunnen het weten, als wij den burger-hopman, Jan Corneliszoon Hooft volgen, wanneer hij, even na de aankomst van Sidney en Leoninus, na eenige bevelen aan zijne schutterswacht, het Prinsenhof verlaat, en zich heen begeeft naar het stadhuis. De burger-hopman Hooft was een man van eene krachtige gestalte en van een belangwekkend voorkomen, wiens indrukwekkende stem het gehoorzamen gebood, en wiens schrander en behendig spreken tot overtuiging bracht; met een fieren, onafhankelijken zin, met al de vooroordeelen in het hoofd, maar ook met al de deugden in het hart der echte republikeinen, die er eerder waren dan de republiek; een van die mannen, die ook wel Bragadini had kunnen heeten, zoo hij te Venetië geboren was en niet