Adama van Scheltema/Dat bloemetje

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Dat bloemetje door Carel Steven Adama van Scheltema
Uit Eenzame liedjes


Daar bloeide 'ns eenmaal
Een bloempje op de hei -
Het was nog geen lente,
Het was nog geen Mei.

In 't heel vroeg voorjaar
Heb ik het zien staan -
Toen ben 'k nog zoo zachtjes
Daar langsheen gegaan.

Maar een mooien morgen
Toen was ik zoo blij -
Toen mocht ik dat bloempje
Gaan plukken voor mij.

Lang heb ik geloopen
En toen ik het vond -
Toen lag het verschrompeld
En dood op den grond! -

De lente is gekomen,
De Mei is gegaan -
Ik heb nooit meer nergens
Dat bloempje zien staan.

De zomer die bloeide,
De zomer ging heen -
Van dat mooie bloempje
Was er geen één.

De hei is gaan bloeien,
Mijn hart deed zoo zeer -
Maar dat één' mooie bloempje
Dat vond ik niet meer.

De herfst die maakte
Al de bladeren goud -
Mijn hoofd en mijn handen
En mijn hart werden oud.

De sneeuw is gevallen,
De hei die wordt wit, -
Daaronder - daaronder
Dat bloemetje zit! -

Als 'k dood ben dan bloeit er
Zoo'n bloempje op mij - -
Mijn lief is begraven,
Ik lig er gauw bij!