Adama van Scheltema/De dorpskerk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
De dorpskerk van Carel Steven Adama van Scheltema |
Uit Eerste Oogst |
Waar nog de oranje lucht in 't Westen blaakte,
Haar lichternis den schuwen nacht bedwong,
Rees aan mijn weg een donker dorp, daar zong
Murmlend een laat gebed - de kudde waakte.
Dan zag 'k hoe de oude kerk haar klimop-wrong
Tot hoogen paarsen bisschopsmantel maakte
En als een wondre vogel 't kroost bewaakte,
Dat bang onder haar veil'ge vleugels drong.
Maar langzaam zonk die gloed: het purper sleet, -
De naakte maan was op haar troon gestegen;
Zoo valt eens van elk ding elk logenkleed
En staat één licht boven de wereldwegen;
Ach, wie, die in zichzelf om vrede streed,
Heeft niet geknield voor 'n afgodsbeeld gelegen