Adama van Scheltema/De stem

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De stem door Carel Steven Adama van Scheltema
Uit Eenzame liedjes


Over het late wegje viel
De warme avondgloed,
Die glans, die ook een arme ziel
Iets schoons gevoelen doet.

De laatste kleine leeuwrik droeg
Zijn liedje van de min
Boven een stil verlaten ploeg
Den stillen hemel in.


Toen zweeg de wereld om ons heen,
Geen vogel zong er meer,
Wij voelde' ons met elkaar alleen -
En sprake' - en zwegen weer.

Doch de avond bleef in 't bloeiend hout,
En wachtte om onzentwil,
En onze handen werden goud -
 En onze ziel zoo stil.

Toen hoorden wij die stem, die steeg,
En zich al hooger hief --
En van de diepe sterren zeeg
Een stem: - Heb lief! - heb lief!

Uit: 'Eenzame liedjes' - Adema van Scheltema -