Adama van Scheltema/Verloren paradijs
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Verloren paradijs door Carel Steven Adama van Scheltema |
Uit Eenzame liedjes |
De avond komt naar beneden
En verguldt al dat wuivende loof, -
Nu waaien door mijn hart de gebeden
Van een lang verloren geloof.
Daar gaan al die kronen aan 't zingen -
En mijn lijf is met hen vervuld
Van den galm van vergane dingen,
En van oude menschlijke schuld.
En rondom mij rijst dat Eden,
Die tuin van geluk zonder leed -
Die droom van zóólang geleden,
Dat geen ziel er meer iets van weet!
Zij hebbe' eeuwig geweend van verlangen
Om dat verloren heiligdom,
Zij hebbe' er elkaar om gehangen -
En zij hebben het nóg niet weerom!
Ach! wij zijn te vroeg geboren,
En daarom doet het leven zoo'n pijn: -
Omdat wij God hebben verloren
En nóg niet zijne engelen zijn!