Naar inhoud springen

Algemeen Handelsblad/Jaargang 84/Nummer 26652/Avondblad/Restauratie der St. Lebuinuskerk

Uit Wikisource
‘Restauratie der St. Lebuinuskerk’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit het Algemeen Handelsblad, dinsdag 27 juni 1911, tweede blad, p. 7. Publiek domein.
[ tweede blad, 7 ]

Restauratie der St. Lebuinuskerk.

Men schrijft ons uit Deventer:
Door de heeren mr. J. Acquoy en dr. M. E. Houck, resp. voorzitter en secretaris van de commissie tot restauratie der St. Lebuinuskerk worden opnieuw pogingen in het werk gesteld tot verdere restauratie der kerk.
In een circulaire, waarin voor dat doel bijdragen worden gevraagd, deelen zij mede, dat de loffelijke poging van den heer mr. H. G. Jordens om gelden bijeen te brengen ten einde de drie tegen de St. Lebuinuskerk aangebouwde huisjes tegenover het stadhuis voor afbraak aan te koopen niet het gewenschte succes heeft gehad.
De restauratie-commissie heeft daarom gemeend het verwijderen dezer ontsierende gebouwtjes in haar verdere herstellingsplannen te moeten opnemen.
De uitvoering van het oorspronkelijk werkplan, waarmede in 1905 begonnen is, zou na verloop van 1 Ojaren, dus in 1914, eindigen. Zooals echter bij de heretelling van dergelijke groote bouwwerken doorgaans gebeurt, is, zeggen zij, allengs ook tijdens de restauratie der St. Lebuinuskerk gebleken, dat met het oorspronkelijk geraamde bedrag, niet alle gewenschte verbeteringen kunnen worden tot stand gebracht. De raming der kostenvermeerdering wanneer de toegezegde ƒ 100,000 zijn verwerkt, bedraagt ƒ 46,000, waaronder is begrepen de opruiming der drie huisjes aan de Groote Kerkhof-zijde.
De commisie moet kunnen beschikken over een bedrag van ƒ 23,000, rekenend op een eventueele Rijksbijdrage van 50 %. Met buitengewonen klem meent de commissie op steun te mogen aandringen, omdat zij van particuliere zijde reeds toezegging heeft ontvangen voor ongeveer de helft vaa het gevraagde bedrag van ƒ 23,000, mits de andere helft door bijdragen bijeenkomt.