[ 1 ]Turin den 2 September. De Marquis de Bruene, zynde Maendagh hier gekomen van Milaanen, alwaar hy geſonden was van onſen Hertog, wegens de tegenwoordige voorvallen, heeft uyt de naam van dien Gouverneur verſeekering mede gebracht van nieuw ſecours van Ruytery en Voetvolk; ook zyn de 3500 beloofde Duytſchers reeds by onſe Armee te Moncalieri aengekomen, waar by ſig reeds 2150 man te voet van ’t Lotharings Regiment vervoegd hebben; ſulks dat ons Heir aldus verſterkt zynde, wel haaſt ſtaat op te breeken. Syn Koninklyke Hoogheyd heeft ſig op Maandag derwaerts vervoegt, na dat alvooren de Gaſthuyſen beſocht, en alle de gequetſten ieder een ſtuk Gelds gegeven had. Daer wort een groote quantiteyt vleeſch vervaardigd om aen de Waldenſen uyt te deelen; en op Donderdag wierden 10 ſtukken Canon na ons Leeger gevoerd. Ondertuſſchen ſtaat den Vyand by Savigliano gecampeerd, en heeft binnen Saluzzo 2 Regimenten, en eenige Militie in Feſſano gelegd, eyſſchende in alle die plaatſen contributien; ook heeft deſelve aen ’t gantſche Marquiſaatſchap van Saluzzo belaſt om hare Wapenen en Krygs-Ammunitie in ’t Kaſteel van die Stad te brengen; hebbende ’t Canon, dat daar was, beneffens de gequetſten, van daer na Savigliano doen voeren, alwaar zy ſig verſterken. Op Donderdag avond zag men een myl van Carmagnola een groot Detachement Franſche Ruytery; dog ſy bedreven geen hoſtiliteyt. De Franſchen hebben een bevel uytgegeven dat alle Savoyaerds, die buytenlands zyn, ſullen hebben weder te keeren, op pœne van Confiſcatie. De Graaf de Brandizzo is van zyne quetſuur, by Lucern ontfangen, geſturven, gelyk ook de Ridder van Lance in Carmagnola; maer de andere gequetſte Ridders, Officiers, en Soldaten komen weer op; ook is de Graaf de Moneſtarolo buyten alle perykel.