Naar inhoud springen

Architectura/Jaargang 5/Nummer 16/Verslag der 1054ste gewone vergadering

Uit Wikisource
‘Verslag der 1054ste gewone vergadering, gehouden in het genootschapslokaal, American-Hotel, Leidscheplein alhier. Op Woensdag 14 April 1897’ door H.J. Walle Jr.
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 16 (zaterdag 17 april 1897), p. 85-86. Publiek domein.

[ 85 ]

op woensdag 14
april 1897.
VER­SLAG DER 1054STE GE­WO­NE VER­GA­DE­RING, GE­HOU­DEN IN HET GE­NOOT­SCHAPS­LO­KAAL, AMERICAN-HOTEL, LEID­SCHE­PLEIN ALHIER.

Tegenwoordig 4 bestuursleden, 20 gewone leden, 6 aspirantleden en 5 dames-introducées.
De voorzitter en de penningmeester met kennisgeving afwezig.
De vice-voorzitter de heer w. van boven opent de vergadering met eenige hartelijke woorden, in het bijzonder tot de dames en verzoekt den 1en secretaris de notulen der vorige vergadering voor te lezen, welke daarna onder dankzegging aan den secretaris worden goedgekeurd.
De vice-voorzitter installeert met eenige welwillende woorden tot opwekking en medewerking Mej. gruntke als gewoon lid.
Ingekomen was een verzoek van den Heer j. h. leliman, eerelid v. h. genootschap, om als gewoon lid te worden aangenomen.
De vice-voorzitter stelt voor, daartoe zonder stemming over te gaan; hetwelk met applaus wordt goedgekeurd. Voorgelezen werden een schrijven van de Société Centrale d’architecture de Belgique.
idem een brief van den Hr. salm, namens zijne moeder [ 86 ]dank betuigende voor de hulde en eer haar overleden echtgenoot bewezen.
idem van den Hr. van de wall rake met de uitnoodiging dezen zomer de stapelplaats en zagerij der Java-Bosch Mpij. te komen bezichtigen.
idem van den Heer j. a. huizinga Meubelfabrikant te groningen waarin werd medegedeeld dat een aantal circulaires betreffende de prijsvraag door de „Vereeniging tot bevordering der bouwkunst” te groningen voor rekening van den Heer huizinga uitgeschreven, ter beschikking voor de leden van a. et a. worden gesteld.
Hierna verzoekt de vice-voorzitter den heer lauweriks, zijne aangekondigde voordracht over Elementair-teekenonderwijs te houden.
De heer lauweriks begint zijne lezing met eene kleine verontschuldiging, aangezien ZEd. ofschoon het onderwerp zeer goed meester, toch daarvoor te weinig tijd van voorbereiding heeft gehad. Na eenige besprekingen in het algemeen betreffende het teekenonderwijs, wordt door den heer lauweriks aangetoond dat het quadraat, de gelijkzijdige driehoek en de rechthoek bekend als 𝑉 2 als bazis van het teekenen zijn te beschouwen. Een vlak, volgens deze figuren van een diagram voorzien, maakt het zelfs voor de jongste leerlingen niet moeilijk verschillende figuren en randen te teekenen en te ontwerpen, omdat bij het eenvoudig volgen der lijnen van het netwerk en bij het in het oog houden van van maat en verhouding, als van zelve figuren en vormen daarop ontstaan, die om hun gunstige verhouding tot het geheel, steeds een goed ontwerp zullen vormen; ook al hebben zij de eenvoudigste vormen aangenomen. Bovendien heeft zulk een wijze van werken een gunstigen invloed op den leerling, omdat hij zelf iets schept, waardoor dan ook bij hem meer liefde voor zijn werk zal ontstaan.
Ook werd het rationeele van deze wijze van werken aangetoond en duidelijk gemaakt, door het maken van een eenvoudig ontwerp voor inlegwerk voor een tafelblad; voor de versiering van een stoelbekleeding; van een bank of kist; van een boekband; van een programma en van een bloem. Voor deze laatste was een natuurlijke bloem als voorbeeld gekozen.
Spreker wees er vooral op hoe alles behoorde in verhouding te staan, tot de verhouding van den mensch en tot het doel waarvoor het bestemd was. Over het algemeen werd dat te veel uit het oog verloren, vooral in de architectuur. Meestal bouwde men maar voort zonder te letten op verhouding van de breedte tot de hoogte van het geheel of de deelen onderling en nog minder werd gelet op die van het uit- met het inwendige. Spreker hoopte dat men dit meer en meer zou inzien en begrijpen en besloot zijne belangrijke lezing, hopende iets te hebben bijgedragen tot nut, en dezen avond nuttig te hebben gemaakt voor zijne medeleden.
Een daverend applaus en de dank door den vice-voorzitter namens de leden, was zeker wel het beste bewijs, dat de heer lauweriks daarvoor mocht ontvangen. Op de vraag door den Vice-Voorzitter of de leden ook nog eenige inlichtingen wenschten over het gesprokene, waartoe de heer lauweriks zich bereid verklaarde, werden door ons nieuw lid, mej. gruntke, de volgende vragen geteld:
1e. Hoe zou men het ouderwijs inrichten voor heel jonge kinderen?
De heer lauweriks antwoordt, dat hij het in de eerste plaats zou inrichten op de wijze, als hij het in zijn voordracht had aangetoond, door ze voornamelijk op een systematisch in lijnen verdeeld vlak, de eenvoudigste voorstellingen als van zelf dc aangegeven lijnen volgend te doen maken.
2e. Hoe is uw oordeel over wandplaten?
Antw.: Wandplaten enz. te copiëeren, is volstrekt af te keuren, meer geeft ZEd. de voorkeur aan het doen maken door de kinderen van teekeningen naar eenvoudige voorwerpen en op de wijze, zooals ZEd. heeft aangetoond, bijv. bij het teekenen van de aanwezig zijnde bloem.
In de vragenbus werd gevonden een vraag betreffende tras en kalk, welke aan de vak- en vragencommissies zal verzonden worden ter beantwoording.
Na nog eenige besprekingen van particulieren aard, en na aanneming van het voorstel „de behandeling voor de te houden excursie” wegens het zeer gevorderde uur, tot de volgende vergadering uit te stellen, werd de vergadering gesloten.

h. j. walle jr. 2e secretaris.