Architectura/Jaargang 5/Nummer 19/Vrouwelijke leerlingen aan de Ecole des beaux arts

Uit Wikisource
‘Vrouwelijke leerlingen aan de Ecole des beaux arts’ door Th.
Afkomstig uit Architectura, jrg. 5, nr. 19 (zaterdag 8 mei 1897), p. 98. Publiek domein.
[ 98 ]
VROUWELIJKE LEERLINGEN AAN
DE ECOLE DES BEAUX ARTS.

 De Heer roujon, directeur des „Beaux Arts” heeft een rapport ingediend aan den minister in hoofdzaak van den volgenden inhoud:

 „Op den dienst voor 1897 zijn 13000 franken uitgetrokken voor de uitgave geëischt door de toelating van vrouwelijke leerlingen. Zij die tusschen 15 en 30 j. oud zijn en die aan ’t secretariaat een certificaat van een bekend kunstenaar kunnen overleggen, verklarende dat zij met kans van slagen de proeven voor toelating zouden kunnen afleggen, verkrijgen verlof om in de galerijen en de bibliotheek te werken. Zij kunnen de voordrachten bijwonen en voorloopig den cursus van teekenen en modelleeren volgen, die nu wordt geopend.
 „Eerst wanneer zij talrijk genoeg zijn om alle plaatsen in de amphitheaters te vullen, zullen zij worden toegelaten tot het admissie-examen en de verschillende prijskampen met de daaraan verbonden belooningen.
 „Men wil vooral het peil van het onderwijs niet laten dalen — evenmin eene loopbaan al te toegankelijk maken, die niet alleen voorspoedig kan worden door taai werken en een vasten vooruitstrevenden wil.
 „De staat wil alleen een maatregel van rechtvaardigheid nemen, maar mag niet de verantwoordelijkheid dragen van valsche roepingen.”

 Een besluit in dezen zin is door den minister genomen den 3 april.
 Wat het kunstonderwijs aangaat staan de jonge-dames in ons Vaderland dus zeker niet in ongunstige verhouding, daar vele middelbare scholen op een groot aantal vrouwelijke leerlingen zijn ingericht, en andere zelfs uitsluitend voor „vrouwelijke jeugd” zijn gesticht.

th.