Bekende monologen uit Shakespeares werk/All the world's a stage, and all the men and women merely players
Uiterlijk
"All the world's a stage, and all the men and women merely players" (As You Like It) | |||
Auteur | William Shakespeare | ||
Genre(s) | Dramatische poëzie, monologen | ||
Brontaal | Engels | ||
Datering | 1623 | ||
Vertaler | *Leendert Burgersdijk (1888) *Jules Grandgagnage (2012) ... | ||
Bron | Vier eeuwen vertalingen,
| ||
Auteursrecht | Publiek domein of CC-BY-SA | ||
Meer over "All the world's a stage, and all the men and women merely players" (As You Like It) op Wikipedia |
Originele tekst van Shakespeare
[bewerken](Monoloog uitgesproken door de melancholische 'Jaques' in As you like it, Act II, scene 7)
- All the world's a stage,
- And all the men and women merely players;
- They have their exits and their entrances,
- And one man in his time plays many parts,
- His acts being seven ages. At first, the infant,
- Mewling and puking in the nurse's arms.
- Then the whining schoolboy, with his satchel
- And shining morning face, creeping like snail
- Unwillingly to school. And then the lover,
- Sighing like furnace, with a woeful ballad
- Made to his mistress' eyebrow. Then a soldier,
- Full of strange oaths and bearded like the pard,
- Jealous in honor, sudden and quick in quarrel,
- Seeking the bubble reputation
- Even in the cannon's mouth. And then the justice,
- In fair round belly with good capon lined,
- With eyes severe and beard of formal cut,
- Full of wise saws and modern instances;
- And so he plays his part. The sixth age shifts
- Into the lean and slippered pantaloon,
- With spectacles on nose and pouch on side;
- His youthful hose, well saved, a world too wide
- For his shrunk shank, and his big manly voice,
- Turning again toward childish treble, pipes
- And whistles in his sound. Last scene of all,
- That ends this strange eventful history,
- Is second childishness and mere oblivion,
- Sans teeth, sans eyes, sans taste, sans everything.
Nederlandse vertalingen in publiek domein
[bewerken]- Leendert Burgersdijk (integrale vertaling, 1888)[1]
- JACQUES: Heel de wereld is tooneel;
- En mannen, vrouwen, allen, enkel spelers.
- Zij komen op en treden weder af;
- En elk vervult in 't leven vele rollen,
- In zeven levenstrappen. Eerst het wicht,
- Dat in der voedster armen krijt en spuwt;
- Dan 't grienend schoolkind, dat met boekentasch
- En held're morgentronie, als een slak,
- Ongaarne, schoolwaarts kruipt. Dan de verliefde,
- Die in een weevol lied op liefstes oogen
- Gelijk een blaasbalk zucht. Dan de soldaat,
- Vol dolle vloeken, baardig als een panter,
- Prat op zijn eer, opvliegend, tuk op vechten,
- De zeepbel, roem genaamd, najagend in
- Den mond zelfs van 't geschut. En dan, de rechter,
- Met mooi, rond buikje, met kapuin gevoerd,
- Met strengen blik en net geknipten baard,
- Vol fraaie spreuken en gestolen wijsheid;
- En zoo speelt die zijn rol. De zesde trap
- Vervormt tot maag'ren Pantalon, op muilen,
- Den neus gebrild, de leed'ren tasch op zij;
- Zijn jonglingshozen, trouw bewaard, een wereld
- Te wijd voor 't spillig been; zijn zware stem,
- Tot den discant van 't kind op nieuw verfijnd,
- Piept, fluit nu schril. Het eindtooneel, waarmeę
- Dit stuk, vol vreemde wisselingen, sluit,
- Is tweede kindschheid, suffen en vergeten
- Gezicht en tanden, smaak en alles kwijt.
Nederlandse vertalingen onder CC BY-SA licentie
[bewerken]- J. Grandgagnage (2012)[2]
- De hele wereld is een schouwtoneel,
- en alle mannen en vrouwen slechts spelers.
- Ze komen op, en ze gaan weer weg,
- en eenzelfde mens speelt vele rollen
- doorheen de zeven fasen van zijn leven.
- De bedrijven zijn zeven leeftijden. In het eerste is hij een kind,
- grienend en kotsend in de armen van de verpleegster.
- Dan de zeurende schooljongen met zijn schooltas
- en glimmend ochtendgezicht die zich
- met tegenzin naar school sleept.
- En dan de minnaar,
- zuchtend als een oven, die een treurig lied schrijft
- over de wenkbrauwen van zijn beminde.
- Dan de vloekende soldaat,
- met een baard als een panter,
- Altijd kwiek zijn eer verdedigend, ruziemakend
- en op zoek naar de zeepbel reputatie,
- tot zelfs in de mond van het kanon. En dan is er de rechter,
- zijn ronde buik met malse kip gevoerd,
- Met ernstige blik en baard van respectabele snit,
- Vol wijze gezegden en laatste nieuwtjes.
- En zo speelt hij zijn rol. De zesde leeftijd verandert hem
- in een magere oude sufferd met bril en slippers,
- en een slobberbroek die in zijn jeugd nog paste.
- Zijn eertijds mannelijke stem klinkt hoog en kinderlijk,
- met piepjes en gesis. De laatste scène van alles
- die deze vreemde, bewogen geschiedenis beëindigt,
- Is de tweede kindertijd en loutere vergetelheid,
- zonder tanden, zonder ogen, zonder smaak, zonder alles.
Deze vertaling heeft de licentie Creative Commons Naamsvermelding 3.0;. In het kort: het staat u vrij de tekst te gebruiken en te verspreiden, onder voorwaarde dat u de naam vermeldt van de auteur/vertaler ("Jules Grandgagnage"). |