Boutens/Vrede

Uit Wikisource

Vrede

Daar blijft een zegen dien de ziel
Nog maar aan levens einder ziet:
Daar zweeft een dauw die nimmer viel,
  In 't avondlijk verschiet:

Vóordat de hemel guldt en roodt
Rijst uit het klare kimmediep
Het zeil van die nabije boot
  Die nimmer binnenliep:

O vreê waarvan de heete dorst
Al koeler laaft dan aardschen bron,
Ik weet, gij daalt niet in mijn borst
  Dan met de laatste zon.

Afkomstig van Wikisource NL, de Vrije Bron. "https://nl.wikisource.org/w/index.php?title=Boutens/Vrede&oldid=15056"