Burgeroorlog in Frankrijk/II. 17 april 1871
← Uit brieven aan Kugelmann I. 12 april 1871 | Burgeroorlog in Frankrijk door Karl Marx
Uit brieven aan Kugelmann over de Parijse Commune: II. 17 april 1871 |
Uit brieven aan Kugelmann III. 18 juni 1871 → |
II[bewerken]
- 17 april 1871
Waarde Kugelmann,
Hoe je kleinburgerlijke demonstraties à la 13 juni 1849 met de tegenwoordige strijd te Parijs kunt vergelijken is mij totaal onbegrijpelijk #8.
De wereldgeschiedenis ware zeker al zeer gemakkelijk te maken, als de strijd slechts onder de voorwaarde van onfeilbaar gunstige kansen kon worden opgenomen. Anderzijds zou zij een zeer mystiek karakter hebben, als “toevalligheden” geen rol speelden. Deze toevalligheden zijn er natuurlijk in de algemene gang van de ontwikkeling altijd, maar zij worden door andere toevalligheden weer gecompenseerd. Versnelling en vertraging in de beweging van de geschiedenis hangt van deze “toevalligheden” af, waaronder ook het “toeval” van het karakter van de personen die het eerst aan de spits van de beweging staan, figureert.
Het doorslaggevende ongunstige “toeval” is ditmaal in geen geval te zoeken in de algemene voorwaarden van de Franse maatschappij, maar in de aanwezigheid van de Pruisen in Frankrijk en in hun stelling vlak voor Parijs. Dat wisten echter ook de burgerlijke canailles van Versailles en juist daarom stelden zij de Parijzenaars voor het alternatief, de strijd op te nemen of zonder strijd de nederlaag te lijden. In het laatste geval zou de demoralisatie van de arbeidersklasse een veel groter ongeluk zijn geweest dan de ondergang van een willekeurig aantal “leiders”.
De strijd van de arbeidersklasse met de kapitalistische klasse en haar staat is door de Parijse strijd in een nieuwe fase getreden. Hoe de zaak ook nu zal lopen, een nieuw uitgangspunt van wereldhistorische betekenis is gewonnen.
Adio,
K. M.