Da Costa/Aan Margaretha Elizabeth De Clercq
Uiterlijk
< Da Costa
← Aan mijne egade, op haar verjaarfeest 2 April 1849 | Da Costa's Kompleete Dichtwerken (1876) door Da Costa | Uit Portugal → |
Uitgegeven in 's-Gravenhage door D. A. Thieme. |
AAN MARGARETHA ELIZABETH DE CLERCQ.
TER HERINNERING AAN HARE AANNEMING EN BEVESTIGING.
Margaretha,[1] wat uw doopnaam in de taal des Bijbels zegt,
zij de keuze, reeds uw jonkheid van den Hemel toegelegd!
Ja, de parel groot van waarde, maar verkrijgbaar slechts om niet,
by wier nederige blankheid 's werelds hoogste gloed verschiet,
wil het deel zijn der Mariaas, door wie eenmaal recht begeerd,
nooit de gave tot den Gever als herroeplijk wederkeert,
maar een schat blijft, by de wentling van het leven, van het lot,
in des harten binnenst veilig, onder 't zegel zelf van God!
zij de keuze, reeds uw jonkheid van den Hemel toegelegd!
Ja, de parel groot van waarde, maar verkrijgbaar slechts om niet,
by wier nederige blankheid 's werelds hoogste gloed verschiet,
wil het deel zijn der Mariaas, door wie eenmaal recht begeerd,
nooit de gave tot den Gever als herroeplijk wederkeert,
maar een schat blijft, by de wentling van het leven, van het lot,
in des harten binnenst veilig, onder 't zegel zelf van God!
1849.
- ↑ In het Grieksch: Parel.