De Katholieke Illustratie/Jaargang 1/Nummer 4/Frans Joseph bij zijne krooning tot koning van Hongarije
← De wereldtentoonstelling van Parijs | Frans Joseph bij zijne krooning tot koning van Hongarije (1867) door onbekend auteur
De Katholieke Illustratie, jrg. 1, nr. 4 (1867), p. 25-26. |
De laatste dagen van Jerusalem → |
Uitgegeven in 's-Hertogenbosch door Administratie van de Katholieke Illustratie (uitg. door Henri Bogaerts). |
Het was op den 8en Junij dezes jaars, dat die gebeurtenis plaats greep als een vervolg van het gewigtige feit, wij bedoelen de krooning van Frans Joseph tot koning van Hongarijë, in de Maria-kerk te Pesth.
Ongetwijfeld hebben de vrienden van den Keizer van Oostenrijk en van het Habsburgsche Huis zich verheugd, toen zij vernamen dat de verhevene handeling verrigt was, die om de slapen van den fieren Frans een nieuwe kroon drukte en hem tegelijk met zijn volk verzoende, dat, hoewel door de revolutie eenigzins van hem vervreemd, hem nimmer verloochend had; want de opstand van 1848 was geen opstand van het Hongaarsche volk, het was die van eene kleine, maar vermetele en schaamteloos optredende faktie.
Wij willen in weinige woorden de krooning van Frans Joseph tot koning van Hongarijë beschrijven.
Niet te Presburg, de oude krooningsstad, maar in het door den Donau doorsneden Pesth, welke stad hare zuster in de laatste jaren door toenemenden handel en rijkdom verre achter zich heeft gelaten, zou die plegtigheid op den 8en Junij voltrokken worden. Daags te voren waren de kroon van den H. Stephanus, een der edelste Hongaarsche koningen, en de overige insigniën der koninglijke waardigheid, waarvan de meesten 7 à 800 jaren oud zijn, naar de kerk overgebragt; het volk, vol vreugde dat het eindelijk weder een koning hebben zou, dacht des nachts aan geen slapen maar vulde toen reeds zoodanig de versierde straten, dat ongeveer vier ure in den morgen niemand meer eene plaats vinden kon. De zon verguldde de donkere wateren van den Donau, zond een zee van licht en vuur over de gelukkige stad en voerde de vreugd der inwoners tot verrukking.
De kerk was op het prachtigst versierd; goud en edelgesteenten ontvingen hoogeren glans van de duizenden waskaarsen en leenden ze weder gedeeltelijk aan de bloemen, die wanden en pijlers bedekten.
Des morgens ten 7 ure verlieten Frans Joseph te paard en zijne gemalin, in het krooningsrijtuig gezeten, het paleis en reden onder het gejuich des volks naar de kerk; terwijl zij deze binnen traden, voerde een sterk bezet koor eene heerlijke hymne uit. Een rijk getooide stoet ging het keizerlijke paar vooruit; de minister-president, graaf Andrassy droeg de kroon, een tal van magnaten de overige insigniën en Graaf Bathyani het ontbloote rijkszwaard.
De H. Mis werd door den prins-primaat van Hongarijë opgedragen, geadsisteerd door 27 aartsbisschoppen, bisschoppen en prelaten. Nadat gedurende die plegtigheid de litanie van alle heiligen was gelezen, werd Frans Joseph door den primaat op den regterarm en tusschen de schouders gezalfd en daarna met den mantel van den H. Stefanus omhangen. Toen hem nu ook het zwaard in de schede op de zijde was gehangen, keerde hij zich tot het volk, trok zijn zwaard en zwaaide er mede naar de verschillende hoeken des kerkgebouws. Nu wendde hij zich weder naar het altaar en knielde neder; oogenblikkelijk naderden hem de primaat en graaf Andrassy en drukten hem de koninklijke kroon, die door alle bisschoppen aangeraakt en door den primaat gezegend werd, op het hoofd. Bij die gelegenheid werd een uitsluitend daartoe door den beroemden Hongaarschen komponist, den Eerw. Heer Liszt, vervaardigde mis onder zijne persoonlijke direktie uitgevoerd.
Na de H. Mis plaatste de koning zich op den troon en sloeg, zooals wij boven zeiden, eenige magnaten tot ridders, terwijl de toonen van het orgel zich met het gelui der klokken en den donder des geschuts vermengden.
Nu bleef den nieuwen koning slechts over te zweren, dat hij de regten, de grondwet, de onafhankelijkheid van Hongarijë en van de kroon-landen ongeschonden zon handhaven en verdedigen. Tot het doen van dien eed begaf hij zich te midden van edelen en het volk naar het plein voor de kerk, waar een heuvel was opgeworpen van aarde, gezonden door alle districten en steden van Hongarijë. De koning reed dien heuvel op en na met zijn zwaard in de rigting der vier windstreken gezwaaid te hebben, sprak hij de woorden van den eed luid en duidelijk uit; naauwelijks had hij ze geëindigd of de verrukking van het volk openbaarde zich in de luide jubelkreten en — de plegtige krooning van Keizer Frans Joseph tot Koning van Hongarijë was geëindigd.