De Tijd/Jaargang 70/Nummer 20964/"De Volksmissionaris", Jaargang 37, afl. 5

Uit Wikisource
»De Volksmissionaris«, Jaargang 37, afl. 5
Auteur(s) A.F.
Datum Woensdag 19 april 1916
Titel »De Volksmissionaris«, Jaargang 37, afl. 5
Krant De Tijd
Jg, nr 70, 20964
Editie, pg [Dag], [7]
Opmerkingen Albin Windhausen vermeld als A. Windhausen, Paul Windhausen als P. Windhausen
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

BOEKBEOORDEELINGEN.

»De Volksmissionaris«, Jaargang 37, afl. 5.

      »De Volksmissionaris« heeft zich reeds lang getoond als een onvermoeiden bestrijder der slechte, een vurigen apostel der goede pers. De pas verschenen Aprilaflevering is daarvan een nieuw bewijs.
      Het artikel: »Hoe spreekt »De Courant« over het huwelijk ?« toont duidelijk den verderflijken invloed, welken die volksuitgave van »De Telegraaf« op haar lezers moet uitoefenen. De hooge katholieke opvatting van het huwelijk, dat zoo gewichtig en zoo heilig sacrament, wordt er zoo diep mogelijk neergehaald, tot beneden het dierlijke. Schrikwekkend klinken de aanhalingen uit »De Courant« als deze: »De dieren hadden het huwelijk, ook in zijn reinste en ideale beteekenis, om zoo te zeggen reeds »uitgevonden« voor de mensch op het wereldtooneel verscheen.« Wie deze en dergelijke aanhalingen uit »De Courant« in »De Volksmissionaris« leest, zal niet meer aankomen met de nuchtere bewering: »Daar (d. i. »De Courant«) staat toch niets verkeerds in.«
      De schets: »Mijnheer Henneke’s Paaschbiecht«, toont in het dagelijksch leven, wat kwaad de »De Nieuwe Rotterdamsche Courant« sticht. Geheel de geest wordt door hare verderflijke beginselen aangetast, en langzamerhand, doch zeker, beheerschen dezen handel en wandel. Tegen allerlei zaken op kerkelijk gebied, die voor een oprecht katholiek vanzelfsprekend zijn, krijgt zoo iemand bezwaren. Hoeveel goed wordt dan tegen-, hoeveel kwaad in de hand gewerkt.
      Verder vonden wij op persgebied in deze aflevering nog een stukje tegen het geïllustreerde weekblad »Pak me mee«, dat neutraal wil zijn, doch welks anti-katholieke uitlatingen ons moeten doen besluiten: »neen. blijf maar liggen!«
      Opmerkingswaardig is ook het artikel uit »De Teekenplank«, waarin door aanhalingen uit het orgaan der Meester-vrijmetselaren van dien naam, het geheim karakter der vrijmetselarij wordt aangetoond. Bij het lezen van dit artikel zou Br.:. Lieftinck zijn berucht verwijt, eenmaal aau Baron van Wijnbergen gedaan, tot den schrijver daarvan willen herhalen: »Hoe komt hij aan »De Teekenplank«?
      Deze aflevering biedt verder nog het decreet ter inleiding van het proces der zaligen heiligverklaring van den leekebroeder Ioannes Baptista Steeger, een der fioretti van de Congregatie des Allerheiligsten Verlossers; een apostolische reisbeschrijving ter bekeering der Boschnegers aan de Boven-Marowijne in Suriname; eindelijk een bijschrift der foto van het Sint-Egbertkerkje op Schiermonnikoog.
      De platen, reproducties van twee kruiswegstaties der kunstschilders A. en P. Windhausen, boeien door haar stemmige hoofdfiguur, den lijdenden Christus; het geheel is meer realistisch dan wij van die meesters gewoon zijn.

A. F.

Overige vindplaatsen[bewerken]

  • A.F. (17 april 1916) ‘Boekbeoordeeling. De Volksmissionaris. Jg. 37 Afl. 5’, Nieuwe Haarlemsche Courant, Tweede Blad, [p. 2].
  • A.F. (18 april 1916) ‘Boekbeoordeeling. »De Volksmissionaris«. Jaargang 37. afl. 5’, De Amstelbode, [p. 2].
  • A.F. (20 april 1916) ‘De Volksmissionaris Jg. 37 afl. 5’, Nieuwe Venlosche Courant, Tweede Blad, [p. 1].