Er is weer kans voor den tram.
De tram Helmond—Roermond is weer uit zijne assche verrezen.
Ondanks de vele teleurstellingen, welke de Amsterdamsche concessionarissen ondervonden hebben, geven zij toch hun plan niet op en probeeren zij andermaal om eene lijn Helmond—Roermond tot stand te krijgen.
Of het gaan zal?
Wanneer de zaak staat, gelijk ze in ’t schrijven aan betrokken gemeenten is voorgesteld, dan dunkt mij van wel.
Driehonderd duizend gulden zullen de verschillende belanghebbende gemeenten wel bij elkaar gebracht kunnen krijgen. En die som is zeker niet te groot om de streek tusschen Helmond en Roermond uit haar isolement te trekken en ze te verbinden met het wereldverkeer.
Zooals de lijn nu ontworpen zal worden, trekt ze mij bijzonder aan. Rechtstreeks van Helmond op Deurne over Liessel en Meyel naar Roermond! Goed zoo!
Met het oog op de verbinding met Venray kan men ze niet beter wenschen. En een lijn van Venray op Deurne is altijd nog iets, waarvoor ik zeer veel voel.
Ligt er de groote lijn eenmaal, dan zal ’t een kleinigheid wezen om Helden in ’t wereldverkeer op te nemen en Meyel of Liessel met Asten aan te sluiten.
Ik wensch de lijn alle succes toe en vind het voorstel der concessionarissen van dien aard, dat wij er voorloopig wel eens over mogen nadenken.
Over deze stof, zal ik nog wel eens een regeltje of wat schrijven.
H. N. Ouwerling.
|
