De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters/Deel 1/Atteveld (Diderik van)

Uit Wikisource
‘Atteveld (Diderik van)’ (1857) door Christiaan Kramm
Afkomstig uit Christiaan Kramm (1857-1864) De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, Amsterdam: Gebroeders Diederichs, deel I (1857), p. 33. Publiek domein.

[ 33 ]ATTEVELD (Diderik van) was waarschijnlijk verwant met den hierachter volgenden kunstenaar, en heeft welligt, even als die, de kunst voor uitspanning beoefend. Men kent van zijne werken alleen uitvoerig geteekende, oudheidkundige voorwerpen, waarvan frans van mieris zich bediende, om al de Bisschoplijke Zegelen van Utrecht, welke hij, tot opheldering der Bissoplijke Munten, voor zijne beschrijving noodig achtte, door hem keurig te doen afteekenen, te meer daar de bezitter dier voorwerpen, eveneens als onze diderik, te Utrecht woonde, hetgeen voor den beroemden oudheidkundigen navorscher een groot gemak opleverde. Het is door het Voorbcrigt van genoemd Werk, dat wij aan dezen atteveld kennis kregen. Wij lezen daar, namelijk: „Tot wier verklaaring hunne pragtigste zegels, voor een gedeelte, uit de verzaameling van den gemelden Hoog-Welgebooren Heer Daniel de Milan Visconti ontleend; en naar de oprechte oude stukken, door den konstigen Heer diderik van atteveld, op het naauwkeurigste getekend (en wier lof ik daarom niet heb willen verzwygen) tot dat einde hier neven gevoegd zijn: op dat zy ter ontdekking der onbekende, en tot bevestiging der kennelyke munten mogten strekken.” Zie Beschryving der Bisschoplyke Munten en Zegelen, enz. door Frans van Mieris, Leyden, 1726. in fo., waar de gravuren, naar do genoemde teekeningen keurig bewerkt, voorkomen. Die teekeningen-zelve zijn, zeker, ware miniaturen, en den lof van den genoemden auteur overwaardig, terwijl deze-zelf bij ons bekend staat als een kunstschilder, die zijn penseelwerk tot de hoogste uitvoerigheid heeft gedreven, even als zijn vader willem en zijn grootvader frans van mieris, alhoewel het in kunstwaarde niet bij dat van dezen heeft kunnen halen.