Groninger Courant/Jaargang 111/Nummer 52/In verschillende nieuwsbladen leest men
‘In verschillende nieuwsbladen leest men, […] dat, tot afwering der longziekte, door dr. Willems te Hasselt, de inoculatie is uitgevonden, […] [ingezonden]’ door S. |
Afkomstig uit de Groninger Courant, dinsdag 29 juni 1852, [p. 2]. Publiek domein. |
[ 2 ]In verschillende nieuwsbladen leest men, bij herhaling, dat, tot afwering der longziekte, door dr. Willems te Hasselt, de inoculatie is uitgevonden, en reeds is ingesteld met zoodanig gunstig gevolg, dat het Belgisch gouvernement met belangstelling zich de zaak heeft aangetrokken; — verder wordt de prioriteit der uitvinding aan gemelden geneesheer betwist, door dr. Donkersloot, te Amerongen. — Met het oog op deze mededeelingen, vestigen wij de aandacht op eene daadzaak, uit welke duidelijk kan blijken, dat noch aan dr. Willems, noch aan dr. Donkersloot, maar aan IJpe Bouwes Ringnalda, veehouder te Deerzum, de eer toekomt, het eerst de longziekte te hebben ingeënt.
In de maand April 1851 is door gemelden veehouder ingediend een uitvoerig adres over de heerschende longziekte, waarbij hij de aandacht der prov. staten van Friesland inzonderheid vestigt op de inënting en een daarmede verbonden afzonderingsstelsel; opdat alzoo het onzalig denkbeeld van dooding van het aangedane rund mogt ophouden, menig kostbaar offer te vragen, en men door doelmatige middelen zoude trachten eenen veestapel te erlangen, te hooger in waarde, naarmate dezelve ongevoeliger voor de ziekte zoude zijn.
In gemeld adres heeft hij zijne meening zoeken te ondersteunen door de mededeeling, dat hij in de maand October 1849 de inoculatie der longziekte heeft verrigt aan negen kalveren van ruim ½ jaar oud, aan de wed. Sijbren Hendriks Sijbrandij, nabij Deerzum, toebehoorende, alwaar destijds de ziekte hevig woedde. De slijm, uit de neus der aangetaste runderen vloeijende, werd door middel van eenen draad garen in de huid der ooren bij de kalveren overgebragt, met dit gevolg, dat, na weinige dagen, allen meer of min hevig de verschijnselen der longziekte vertoonden. Ofschoon sommigen aan de inoculatie-plaatsen hevige zweeren vertoonden, welke met misvorming zijn genezen, zijn echter allen hersteld en tot heden gezond gebleven, behalve een bul, die, naar gewoome, geslagt is na den springtijd.
Sneek, 17 Junij 1852.
S.