Naar inhoud springen

Het Vaderland/Jaargang 12/Nummer 218/Op Donderdag 23 September

Uit Wikisource
‘Op Donderdag 23 September e. k zal de najaarsvergadering der Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland […] worden gehouden. […]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Het Vaderland, woensdag 15 september 1880, [eerste blad], [p. 2]. Publiek domein.

[ eerste blad, 2 ]Op Donderdag 23 September e. k zal de najaarsvergadering der Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland in de sociëteit »Eensgezindheid” te Goes worden gehouden. Onder de te behandelen vraagstukken komen o. a. de volgende voor:
Mag aan gemeente-ambtenaren, in hun instructie, verboden worden, hun gedachten en gevoelens over gemeente-zaken door de drukpers te openbaren? Over dit vraagstuk is een advies door den heer H. J. De Raad toegezegd.
Kan de secretaris eener gemeente, beneden de 5000 zielen, ook burgemeester zijn eener andere, doch niet aangrenzende gemeente beneden de 5000 zielen? Met andere woorden: hoe moet art. 3 der gemeentewet daaromtrent worden uitgelegd? De adviseur, de heer jhr. M. J. De Marees van Swinderen, is van oordeel, dat, welke vereeniging van betrekkingen, naar aanleiding van art. 3 gemaakt wordt, het steeds een vereischte is, dat a. de gemeenten aan elkander grenzen en b. geene boven de 5000 zielen telt, of het totaal-cijfer der ingezetenen dat van 10 000 niet overschrijdt.
Kan door een plaatselijke verordening den burgemeester het recht ontnomen worden om bevelen aan de brandmeesters en spuitgasten te geven? De adviseur, de heer J. Van Damme Cz., komt tot de conclusie dat het opperbevel bij brand, wat betreft de buitengewone dienstregeling, aan den burgemeester niet kan ontnomen worden.
Welk politietoezicht op woningen kan bij plaatselijke verordeningen worden voorgeschreven? De adviseur, de heer H. J. G. Hartman, is van gevoelen dat het bedoelde politietoezicht is te verdeelen in maatregelen; a. in het belang van den gezondheidstoestand; b. ter voorkoming van ongelukken; c. ter bevordering van den welstand; d. ter handhaving der voorschriften. Bij alle verordeningen dienen echter in het oog gehouden te worden de bepalingen van art. 625 B. W. en art. 153 Grondw. en moet het Kon. besluit van l7 Jan. 1852 (Stbl. no. 7) niet veronachtzaamd worden.