[ 2 ]Bruſſel den 29 Auguſti. Het is niet om de Guarniſoenen te veranderen, dat de Franſſe Troupen, die uyt der Elſas en Bourgondien komen, ſigh in deſe Quartieren hebben begeven, gelijck men ons heeft willen doen geloven; maer veel eer, nae men hier voorgeeft, om ons den Oorlog aen te doen, aengeſien men door particuliere Perſoonen, die in de Steden van Rijſſel, Doornick en Yperen geweeſt zijn, en door de geene, die noch geſtadig van daer komen, advys ten Hove heeft gekregen van de groote en ongemeene Bereytſelen en by-een-verſamelingen, die de Franſſen aldaer doen, ſoo van alle ſoorten van Proviſien en Oorlogs-Ammunitien, als van den Train van de Artillerye, die ſy daer prepareren: men meent hier, dat alle deſe ſchijnbaerheden betonen, dat Vranckrijck eenige Belegeringe wil ondernemen, en preſumeert men voor het naeſte, dat het Namen ſal gelden; doch andere zijn van ſentiment, dat deſe Troupen poſſeſſie van de Landen van Aelſt, Waes en den Oudenburg van Gent ſullen gaen nemen, maer in die gelegentheyt ſouden ſy geen Geschut van noden hebben: het zy dan hoe ’t zy, daer is een groote conſternatie in die Quartieren, en berght yder wat hy kan, alſoo de Inwoonders te Landewaert ſeer voor de Franſſe Inquartieringen vreeſen, als waer van ſy noch ſoo verſſe geheugeniſſen hebben. Sijn Excellentie den Heer Marquis de Grana delibereert ondertuſſchen dickwils met de Generaels over de middelen, die men in deſe conjuncture dient by der hant te nemen, en ſchijnt het oock, dat men gereſolveert is, om op de Franſſen vuur te geven, indien ſy tot op een Canon-ſchoot naderen, en ons ſoo veel te defenderen, als wy ſullen konnen. Men doet het Regiment Spaenſſe Infanterye van den Hertog van Vexar uyt Dendermonde marcheren, om ſigh in Aelſt te begeven, als welcke Plaets men ſal paliſſaderen, om ſigh daer te konnen maintineren. Hooggedachte ſijn Excellentie heeft verſcheyde Expreſſen uytgeſonden, om onſe Naburen van de Deſſeynen der Franſſen te adverteren, en is ’er oock een Courier nae Madrid gedepecheert. Den Hertog van Havre, in plaets van nae de Wateren tot Aken te gaen, gelijck hy gemeent had, is in aller haeſt met de Commiſſie van ſijn Excellentie na Parijs vertrocken; invoegen een ander Miniſter op giſteren in ſijn plaets na Gent is geſonden, om de Magiſtraet, volgens de ſentimenten van ’t Hof, te veranderen. By Menſchen geheugeniſſe heeft men ſoo veel Gebeden, als nu hier in de Stadt gedaen werden, en met ſoo grooten Devotie, niet ſien doen. Giſteren na de middagh is ſijn Excellentie by de Paters Auguſtijnen geweeſt, en van daeg heeft men een generale Proceſſie met het Sacrament van Miraculen gedaen, waer in den gantſchen Adel en ſoo een menigte Volcks heeft geaſſiſteert, als men oyt geſien heeft.