TELEVISIE: ONDING OF ZEGEN? (II)
Filmindustrie wordt voor grote problemen geplaatst
Bioscoopbezoek in „T.V.-gebieden” dalende
(Van een speciale medewerker)
Zoals Amerika’s opvoeders en ouders tot voor kort worstelden met het televisie-probleem — dat, zoals in het vorige artikel werd beschreven, aanzienlijk in omvang is afgenomen door een beter begrip van de mogelijkheden van de T.V. en het afslijten van de „ruwe kantjes” — zo worstelt thans de filmindustrie met haar jonge, doch verbluffend sterke broer en felle concurrent, de televisie.
Vroeger — dat wil zeggen tot voor enige jaren — moest men naar de bioscoop om een film te zien of om het nieuws van de week aan z’n ogen voorbij te laten rollen, thans kan men naar de bioscoop, daar ook thuis van een film valt te genieten (of te griezelen), gezeten in een gemakkelijke stoel, al moet hier direct aan toegevoegd worden, dat meestal de T.V.-films niet het nieuwste van het nieuwste genoemd kunnen worden. De meest ontembare kracht van de T.V. is echter niet het in de huiskamer halen van Hollywoods sterren, maar het feit, dat het „nieuws”, op ’t zelfde ogenblik dat het geboren wordt, op het T.V.-scherm getoverd kan worden. „Tijd” en „ruimte” zijn begrippen, welke door de T.V. bedwongen worden.
Een base-ball wedstrijd, een rede van Truman, een worstel-demonstratie (uitzonderlijk in trek, er valt ook wat te zien) een show, Robert Montgomery, Thomas Dewey, Jimmy Durante, een „hearing” van een congres-commissie, al deze gebeurtenissen en persoonlijkheden verschijnen tienduizendvoudig gelijktijdig op de T.V.-schermen. Hier zit een kracht in, welke het Amerikaanse levensbeeld geheel verandert.
VOORUITGANG Een kwart eeuw geleden beklaagde Volmer Dahlstrand, voorzitter van de federatie van musici van Milwaukee, zich tegenover een bioscoop-eigenaar, dat de film het bestaan van de orkesten-in-de-bak bedreigde.
|
Thuis „uitgaan” gemakkelijker
De millioenen T.V.-bezitters, die als het ware zijn uitgerust met een soort tijd en ruimte vernietigende verrekijkers, gingen zich dus eens te meer bedenken, of zij wel een bioscoopje zouden pakken. Thuis „uitgaan” was veel gemakkelijker èn goedkoper. (Ja, het leven is in de Verenigde Staten ook duurder geworden).
Het bioscoop-bezoek liep dus terug, dat was onvermijdelijk. Het lag in de lijn der verwachtingen. En die daling was niet gering, integendeel.
Vergeleken met vijf jaar geleden, daalde het aantal bezoekers met 20 tot 40 procent, doch alleen in die streken, welke door een T.V.-zender worden bestreken.
Daar, waar de T.V. nog slechts van horen zeggen bekend was, bleef het bioscoop-bezoek constant.
Talrijke theaters werden dan ook gedwongen hun deuren gesloten te houden: 70 in Oost Pennsylvania, 134 in Zuid Californië, 61 in Massachusetts, 64 in de omgeving van Chicago en ten minste 55 in de stad New York.
De eerlijkheid gebied echter te erkennen, dat het feit van deze talrijke sluitingen niet uitsluitend de T.V. in de schoenen te schuiven valt: een aantal theaters was oud en zou — ook zonder T.V. — gesloten worden. Maar de hoofdoorzaak van het teruglopen van het bioscoopbezoek is en blijft (voorlopig) de T.V.
Goede films kunnen het bolwerken
Werkelijk goede films of werken, waarin een nieuwe ster schittert, (welke taboe zijn voor de T.V.) ondervinden weinig of in het geheel geen last van de T.V. „The great Caruso”, „Born yesterday” en „All about Eve” zijn hier het bewijs van.
Vóór de T.V.-invasie was het bioscoopje pakken een gewoonte — althans voor velen — thans gaat men naar het theater, indien men werkelijk een film wil zien...... „de goede film doet ’t ’m nog steeds....” „kwaliteit telt”.... zijn enkele typerende uitspraken, waaruit blijkt, dat de sleur, welke vaak in het gaan naar de bioscoop zat, versleten is, of beter gezegd verdrongen is door een bewustheid van handelen.
Hier en daar valt in de Verenigde Staten al te constateren, dat het bioscoopbezoek weer stijgt: de mensen krijgen er genoeg van steeds maar naar dat kleine T.V.-scherm te staren, terwijl het ook een belangrijke factor is, dat de huisvrouw (al is het Amerikaanse huishouden zeer vereenvoudigd door de electrificatie van de keuken) er wel eens ècht uit wil zijn.
Bezuiniging van 1.400.000 dollar per maand
Hollywoods gulden dagen zijn ontegenzeggelijk aan het tanen. Volgens de machtige heer Skouras van de nog machtiger „The Twentieth Century Fox” moest als gevolg van de T.V.-concurrentie zwaar bezuinigd worden. Daarom werd besloten de (bijzonder hoge) top-salarissen drastisch te besnoeien....
In 1947 betaalde Hollywood per maand nog 7.000.000 dollar aan salarissen uit aan 18.400 man, thans 5.600.000 dollar aan 13.600 man.
Met man en macht wierp men zich dan ook op de productie van speciale televisie-films om zoveel mogelijk het vege lijf te redden.
Hollywood zal echter niet uitsterven, daar de mens toch op zijn tijd naast de actualiteit ook wel eens de visuele roman, novelle of detective wil zien......
De grote strijd moet echter nog gestreden worden: de T.V. staat nog in haar kinderschoenen en het aantal zend-stations, dat momenteel 107 bedraagt, zal te zijner tijd wel uitgebreid worden tot onongeveer 2000 zoals de heren, die hierover te bedisselen hebben, zich dit voorstellen.
Meeste films niet het aanzien waard
De heer Y. Frank Freeman oud-voorzitter van de „Motion Picture Producers Association” verklaarde al geruime tijd geleden inzake de T.V.-film oorlog, dat men thans films moest maken, met zulk een magnetische ontspanningskracht, dat de man met het televisie toestel in zijn woonkamer liever naar de bioscoop gaat, dan thuis blijft zitten voor het T.V.-scherm.
De heer Freeman wees er verder op dat jaarlijks zo’n 400 films gemaakt worden, doch dat slechts een enkel werk „uitstekend” genoemd kon worden, de grote rest heeft weinig om het lijf. Kwaliteit moet dus de basis vormen voor Hollywood in de felle strijd tegen de T.V.
Dat Cecil B. de Mille’s overdadige stunt „Samson and Delilah” een plus voor Hollywood werd, kan teruggevoerd worden ten eerste op De Mille’s naam als regisseur en producer, maar tevens op de aantrekkingskracht, welke de namen van Victor Mature en Hedy Lamarr op het publiek uitoefenen. Was het zo, dat De Mille een betere acteur dan Mature had uitgekozen, doch een ster zonder enige schittering, en een Delilah even onbekend als miss Smith, doch beter Delilah tot leven brengend dan Heddy Lamar, dan zou de film geenszins een succes behaald hebben als het huidige.
Hier doelde Freeman op: prop een film vol magnetische polen, die het publiek trekken, slechts dan valt tegen de T.V. te concurreren.
Het grote huidige probleem is, dat Hollywood er niet op ingesteld is films te maken, welke bekostigd kunnen worden door hen, die de T.V. betalen: de adverteerders.
Hoe de strijd zal aflopen, is nog niet bekend, doch de samenbundeling tussen „United Paramount Theaters” (een „keten”bioscopen) en American Broadcasting Company duidt er op, dat samenwerking de beide media — film en televisie — van vijand tot vrienden en bondgenoten kan maken.

Artsen naar Indonesië
De secretaris-generaal van het Indonesische ministerie van Gezondheid, dr Soerono, die onlangs terugkeerde van een reis door Europa, deelde mede, dat het ministerie voornemens is, 300 buitenlandse artsen naar Indonesië te doen komen, die specialisten zijn op het gebied van de bestrijding van de malaria, de pest, tuberculose, framoebisa en andere tropische ziekten.