Pagina:Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden - Eerste deel.pdf/205

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen
24
AAR.

sloopen. De ten uitvoerbrengingvan dit besluit was, op aanhouden varr de Zeeuwen en die van AARDENBURG zelven, nog eenigen tijd uitgesteld, toen de Franschen, den•26 Junij van dat jaar, 's morgens omstreeks twee ure, met 8000 of 9000 man voor het stadje kwamen. Van binnen was schier • geen voorraad, de aarden wallen waren onvoorzien van palissaden, en met niet meer dan negen ligte stukken geschut be- zet, van welke slechts vier bruikbaar waren; de grachten hielden op eenige plaatsen naauwelijks twee voet water. De bezetting, onder aanvoering van den kommandant JOAN CAU, was, kort voor de aan- komst der Franschen, naar Sluis in Vlaanderen uitgetrokken, zoodat er nog maar zes en dertig of acht en dertig man, onder het bevel van den vaandrig ELIAS BEEKMAN, in de stad varen gebleven ; en men niet meer dan 175 weerbare burgers op de been konde brengen. In dezen hagchelijken tdestand werd de stad door de Franschen be- sprongen, die, onder het geschreeuw van sla dood, sla dood, op de landpoort aanvielen, maar door de burgerij en bezetting, na eenen storm van anderhalf uur teruggedreven werden. Twee later beproefde aanvallen even vruchteloos afgeloopen zijnde, trok de vijand den 28. Junij af, met achterlating van 620 krijgsgevangenen, onder welke negen officieren waren, terwijl hü zelve het verlies, voor deze stad geleden op vijftienhonderd man rekende ; de Aardenburgers daarentegen verlo- ren geen enkel man, en hadden slechts twee of drie ligt gekwetsten. De vrouwen hadden bij deze gelegenheid zoowel haren moed be- toond als de mannen. Eene der aanzienlijkste, MARGARETA SANDRA huisvrouw van den voorzittenden schepen PIETER ROOMAN VAN HAARLEM aat met eenen hoop jongens op hare stoep, de kogels, die te groot varen, midden door te hakken, en zond die bij hoeden vol naar den wal. Deze dappere tegenstand was alzoo oorzaak, dat de stad be- Aouden bleef. In 1747 moest zij evenwel voor de magt der Franschen onder LOWENDAHL bukken, die o dcn 17 April aldaar zijn intrek nam, en haar, tot na den Vrede van ken, in 1748, bezet hield. In 1794 werd dit plaatsje, zonder slag of stoot, andermaal door de Franschen in- aan Wien het even als gchecl Staats-Vlaanderen, bü genomen, het alliantie-tractaat van 16 Mei 1795, werd afgestaan, en die het in 1814, zonder eenen aanval af te vachten, weder verlieten. Ook bij de laatste beroeringen, die ons vaderland geschokt hebben is AARDENBURG niet ongemoeid gebleven, Mant den 50. October 1830 werd zij bezet door zekeren ERNST GREGOIRE zich noemende Belgisch Kolonel, aan het hoofd van ongeveer 600 man, zoogenaamde geregel- de troepen, en 1200 of 1500 baanstroopers, zijnde een zaamgeraapte hoop Vlamingen, meest uit de heffe des volks, waarbij zich in den nacht nog eene dergelüke bende van 600 man, onder welke het schuim van verschillende natien, meest echter Franschen, onder het bevel van den Vicomte PONTECOULANT, voegden. Na 800 guld. uit de stedelijke kas en verder de kas van den ontvanger van's Rijksbelastingen geligt en eenen vruchteloozen aanslag op Oostburg gewaagd hebben, verliet GREGOIRE met zijne bende den volgenden dag reeds weder de stad. Niet lang echter bleef AARDENBURG van dezen overlast bevrijd, want reeds den 2 November werd zij andermaal door GREGOIRE bezet, die nu weder de kas van den ontvanger ligtte en, tot gcruststelling zijner 'troepen, welke meenden dat de burgers geweren verborgen hadden, ten ein- de hen om te brengen, vier gijzelaars vorderde, die hij naar Maldeghem deed vervoeren, maar des anderendaags veder slaakte. Na vier clwen toevens, MCVd A AnnENFURG ander* erf van dezc lastige gas-