Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/177

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 153 —

niet ongevoelig geworden voor het geluk of lijden van anderen. Nog voor korten tijd hoorden wij den eerwaardigen 84 jarigen grijsaard maurits cornelis van hall in een uitmuntend gedicht roerende toonen aanslaan, bij den aanblik der weldaden, aan zoo vele ongelukkigen in het krankzinnigen gesticht te Meerenberg bewezen.

Door de ervaring bekend met het vergankelijke en wufte van de meeste zaken, houdt de grijsaard zich sterker aan hetgeen hij bestendig en duurzaam bevonden heeft, en van hier dat het gevoel voor waarheid, pligt, deugd en godsdienst, vooral bij den ouden van jaren op den voorgrond treden.—"Nergens," zegt rush zeer treffend, (burdach, Phys. III Th. pag. 426), "vindt men een voorbeeld, dat zedelijke eigenschappen of godsdienstig gevoel, waardoor de man zich onderscheidde, in den ouderdom verzwakt zijn." Dit echter is algemeen erkend: verontschuldigt men ook misstappen en ligtzinnigheid, hoezeer af te keuren, in de jeugd, laakt en misprijst men die in den man, zoo verwekken zij in den grijsaard afgrijzen en verachting. De grijsaard, hoezeer hij nog deel neemt in de betamelijke vrolijkheid zijner vrienden, is echter meer tot ernst gestemd, en in zich zelven teruggekeerd; zijne kinderen, die volwassen en zelfstandig geworden zijn, hebben meest het ouderlijk huis verlaten, de jeugd scheidt zich, in haar meer levendig handelen en drijven, van zelve van den grijsaard, en volgt hare eigene genoegens; zijne vroegere tijdgenooten en vrienden zijn hem meest voorgegaan, en het latere geslacht, onder andere indrukken en gezigtspunten opgegroeid, sympathiseert niet meer zoo met hem. Hierdoor blijft hij meer aan zich zelven overgelaten, en leeft bij zijn onverzwakt geheugen van vroegere dagen meer in het voorledene en de toekomst. Als man heeft hij zijne pligten jegens de maatschappij en de zijnen volbragt; hij heeft geleefd voor anderen; aan het einde van zijne loopbaan genaderd, leeft hij meer voor zich zelven, en zijn geest bij het terugzien op het voorledene streeft vooruit naar zijn toekomstig vaderland. En zoo wordt hij door zijn gestel en omstandigheden, ja door de Natuur van zelf geleid om uit zijn vroeger leven de lessen der ervaring, der levens-