Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/383

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 359 —

van te onthouden, dan zich in gevaar te stellen om zich het ongeluk van eenen medemensch te verwijten te hebben.

Kan de aanwending van het mesmerisme tegen sommige ziekelijke toestanden van nut zijn? Men mag dit veronderstellen, en het ontbreekt niet aan ervaringen, die zulks schijnen te bevestigen. Een naauwgezet onderzoek, door geneeskundigen in het werk gesteld, moet echter hieromtrent nog nader beslissen, vooral wat de bepaling der toestanden aangaat, waartegen men het mesmerisme met vrucht zou kunnen aanwenden. Om die reden en om het gevaar, dat in eene voorbarige en onvoorzigtige aanwending gelegen is, mag het dan ook, even als elk ander sterk werkend geneesmiddel, nimmer als zoodanig worden gebezigd, dan door geneeskundigen, of althans op hun voorschrift, op de door hen verordende wijze, en onder hun toezigt. Men begrijpt, dat ik hier alleen spreek van de aanwending van het mesmerisme op den zieken zelven, en geenszins van de kwakzalverij, gepleegd door somnambules, die niet alleen de ziekte van een aanwezigen persoon en de geneesmiddelen daartegen beweren te kennen, maar dit alles voorgeven te kunnen lezen uit een gebruikt kleedingstuk van eenen afwezigen. Ik zoude meenen aan het gezond verstand mijner lezers onregt te doen, indien ik over deze ellendige dwaasheden, en over de geschiedenissen van genezingen, die men ter staving daarvan bijbrengt, wilde uitweiden. Alles, wat gezegd kan worden tegen de kwakzalverij in het algemeen, en ter opheldering der daadzaken, die men ten gunste van wonderdoctors, piskijkers, reizende oliekoopen enz. aanvoert, is in de ruimste mate van toepassing op de kwakzalverij der magnetiseurs en van hunne slaapsters, gelijk men de somnambules noemt.

Echter kan eene somnambule, gelijk ik reeds vroeger aanduidde, bij dit alles ter goeder trouw zijn; hare aanwijzingen zijn natuurlijk daarom van geen meer gewigt. Bij de somnambules van professie kan men echter meestal bedrog veronderstellen. Dat ook beide, magnetiseur en somnambule, met volle overtuiging van hunne zaak en geheel eerlijk kunnen te werk gaan, behoeft geen betoog. Maar ook kan de magnetiseur een eerlijk man zijn, en zich door zijne