Pagina:Album der Natuur 1852 en 1853.djvu/681

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 261 —

46000 gulden bedraagt. In eene Cornwallsche mijn gaan op deze wijze in 34 minuten 500 personen te gelijk in en uit den put, op eene gemiddelde diepte van 420 el.

Om de noodlottige gevolgen van het breken van den kabel of ketting te voorkomen heeft men onderscheidene middelen uitgedacht. Nog voor weinige jaren (1848) heeft een Belgische Ingenieur buttgenbach daarvoor eene zeer vernuftige inrigting uitgevonden, en in eene kolenmijn te Seraing bij Luik toegepast, waardoor bij het breken van den kabel de bak, waarin de mijnwerkers zich bevinden, dadelijk in zijnen val opgehouden wordt; dit middel is in tegenwoordigheid van regerings-ingenieurs beproefd met eenen last van 1000 pond; toen de kabel doorgesneden werd, bleef de toestel hangen zonder dat er iets aan beschadigd werd.


Elke mijn bevat water, hetwelk daarin uit hooger gelegene lagen vloeit of door onderaardsche bronnen aangevoerd wordt; in de eene mijn is die wateraanvoer veel grooter dan in de andere, maar eene verlatene mijn wordt altijd in korteren of langeren tijd tot zekere hoogte met water gevuld.

Dit water moet weggevoerd worden om de mijn te kunnen ontginnen. In van boven opene groeven wordt het water door kanalen naar eene plaats geleid, waar het opgepompt of door middel van tonnen uitgeschept, of door rioolen of galerijen naar een buiten de groef gelegen lager punt afgeleid wordt. Dit geschiedt ook wel bij onderaardsche in bergachtige streken gelegene mijn werken, en het afstroomende water wordt in enkele gevallen gebruikt als beweegkracht der werktuigen tot het drooghouden der dieper gelegene gedeelten van de mijn. Dit is onder anderen het geval in de Schemnitzer mijnen, alwaar eene 16000 el lange afvoer-galerij is, op welke vele mijnen haar water lozen, en bij de Clausthaler galerij in de Hartz, welke 10400 el lang is.

Meestal moet men echter tot meer zamengestelde middelen zijne toevlugt nemen, en het water uit de mijn oppompen. Men gebruikt daartoe zuig- of perspompen, meestal van gegoten ijzer. In de kolenmijnen van het noordelijk Frankrijk, België en Engeland,