Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/295

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 281 —

spreken te duidelijk, dan dat iemand aan de groote waarde eener goede luchtverversching voor de gezondheid en het leven van den mensch nog zoude kunnen twijfelen.

Nadat wij dan eerst de vereischten zullen hebben nagegaan, welke gevorderd worden, opdat eene luchtverversching eener bewoonde beslotene ruimte goed kan genoemd worden, zullen wij u trachten duidelijk te maken, welke middelen de wetenschap ons aan de hand doet, om aan die vereischten te voldoen.

In eene ingeslotene hoeveelheid lucht (b.v. de lucht in eene zaal of kamer) kan een bepaald aantal menschen en een bepaald aantal lichten en vuren gedurende eenen bepaalden tijd aanwezig zijn, zonder dat de mensch onaangenaam aangedaan wordt, of, zoo als men zegt, het benaauwd vindt; maar reeds langen tijd voor dat wij onaangenaam worden aangedaan, is die lucht niet meer voor ons geschikt; zij is reeds dan ongezond. Opdat dit punt dus nimmer bereikt worde, moet eene voortdurende verwijdering der bedorvene lucht door versche onbedorvene lucht plaats grijpen, en de snelheid dier verplaatsing moet in eene juiste verhouding staan met de bedervende invloeden, die wij vroeger hebben aangegeven; die snelheid zal dus in die mate grooter moeten zijn als in een kleiner vertrek een grooter aantal menschen, een grooter aantal vuren (brandende lampen, stoven met gloeijende kolen, brandende sigaren enz.) en een grooter aantal lichten voorhanden zijn. Die luchtverversching moet verder ongevoelig plaats vinden, zoodat geene schadelijke (vooral koude) luchtstroomen ontstaan, die wij allen teregt zoo vreezen, omdat wij door ondervinding er den nadeeligen invloed van kennen. Zij moet eindelijk in alle jaargetijden evenzeer kunnen worden toegepast, en zoo min kostbaar mogelijk wezen.

Die eischen zijn dus vele, en vorderen, behalve de kennis der natuurwetenschappen en vooral van de leer der warmte, der statica en dynamica, daarenboven een grondig onderzoek naar eene menigte plaatselijke omstandigheden. Terwijl wij dus van den eenen kant de in dagbladen hooggeroemde gebreveteerde luchtververschingstoestellen (ventilatoren) van verschillenden aard, die voor alle ver-