Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/513

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 103 —

de visschers, door dit licht geleid, hun spoor gemakkelijk kunnen volgen, strekt dit vermogen velen ten verderve. Ook zij ontsteken, zoo als de Hoogleeraar harting dit bij eene vroegere gelegenheid, voor andere lichtende dieren, uitdrukte: "zij ontsteken daardoor ligtelijk hunne eigene lijktoorts!" Onder vele andere schoon gekleurde visschen, behooren, behalve eenige der reeds genoemden, de goudvisschen, de klipvisschen, en vooral de bekende dorade. Niet blijvend echter zijn de kleuren van dezen. Bij het sterven veranderen zij dikwijls; bij den dood verdwijnen zij voor een groot deel. Deze kleursverandering, min of meer overeenkomende met die van den kameleön, strekte bij de oude Romeinen, op hunne welbekende feestmalen, tot eene zoogenaamde uitspanning dier ontzenuwde gastronomen. Men bragt de dorade's nog levend op tafel, en liet die, volgens sommigen, levend braden, "à petit feu," om aldus, vóór het nuttigen van den visch, het genot van dit verschijnsel te smaken. "Niets," zoo roept zelfs seneca in bewondering daarover uit, "niets is schooner dan eene dorade te zien sterven." Zoo groot was dan ook destijds de smaak voor deze visschen, dat volgens suetonius, ten tijde der Apiciussen, te Rome, drie dorade's, ieder voor 10,000 sestertiën (750 guldens) werden verkocht; eene som, die aan onzen tulpen-windhandel in de vorige eeuw herinnert.

Zagen wij eene groote verscheidenheid bij de vinnen en de schubben der visschen, nog grootere bestaat er in hunnen bouw. De typische vorm, de scheepskiel-vorm, voorgesteld door de familie der baarsachtigen, is de langwerpig eironde. Anderen zijn meer cylindrisch of rolrond, zoo als de aalachtigen, de zoogenaamde "poissons reptiles" van oken. Velen zijn plat, zooals de familie der roggen, schollen en dergelijken. Eenigen zijn werkelijk hoekig, zooals de zoogenoemde koffervisschen. Koffervisch
koffervisch
In den kop vooral ziet men zeer veel verschil, inzonderheid in grootte, doch meer nog in de gedaante. Ik bepaal mij tot eenige voorbeelden, waarin dit, vooral aan den vorm van den bek, het meest in het oog springt, zoo als bij de