Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/612

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 202 —

op de verticale zijvlakken van de ijsprismas. Daar nu deze vertikale vlakken zich in elke rigting betrekkelijk het hemelligchaam en ons oog bevinden, zullen zij in elk punt van den cirkel een beeld geven en dus de gewaarwording van eenen verlichten cirkel daarstellen. Dikwijls ziet men tegelijker tijd eenen vertikalen band door de zon gaande, en dus met den parahelischen cirkel een kruis vormende. Zeer merkwaardig zijn de nevenzonnen, welke zich even buiten de halo van 23° halven gezigtshoek bevinden; zij zijn zeer schitterend en gekleurd. Soms neemt men ook nog eene nevenzon waar op den parahelischen cirkel, lijnregt tegenover de zon geplaatst, welke men bij uitnemendheid Anthelius noemt. De halo's en nevenzonnen zijn lichtmeteoren, die hier in ons vaderland slechts zelden gezien worden. Zeer dikwijls worden zij waargenomen in Noorwegen. Ook in warmere streken worden zij gezien, hetgeen niet vreemd behoeft te schijnen, daar men immers weet, dat op groote hoogten ook in de warmste landen eene zeer lage temperatuur heerscht. Halo's om de maan worden overal slechts zeer zelden waargenomen; en nevenmanen zijn, voor zoover mij bekend is, niet opgemerkt.

In het voorbijgaan moet ik nog opmerkzaam maken op een verschijnsel, bestaande uit roode schitterende stralen, 2° breed, 15° tot 20° hoog; zij zijn afgezonderd in twee zijdelings gebogene en eene middelste regte. Het bolsegment daartusschen is schoon blaauw. Dit verschijnsel vertoont zich dadelijk na het ondergaan der zon en wordt in Noorwegen waargenomen. Ik weet niet of het ook in onzen dampkring te huis behoort.

Het zal den lezer zeker niet ongevallig zijn eene volledige beschrijving te leeren kennen van een halo met parahelischen cirkel en nevenzonnen, zoo als het verschijnsel soms in groote volmaaktheid is waargenomen. Wij laten daarom hierop eene afteekening daarvan, met eene verklaring der lijnen en deelen, volgen. Men moet zich voorstellen de zon voor zich te hebben, de tegenzon achter zich, terwijl het middelpunt van den grootsten cirkel het punt des hemels boven het hoofd van den waarnemer voorstelt.