Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/681

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 271 —

de natuur der Zuidzee-eilanden door de heerlijke Barringtonia's en liefelijke Scaevola's verlevendigd; terwijl de overal verspreide Orchideeën de vreemdste en verrassendste kleurspelingen aanbieden.

In de klimaten, waar de zon haar magtigsten invloed op het plantenrijk uitoefent, schitteren ook de kleuren in den hoogsten gloed en in de zuiverste schakeringen; want het is de zon, die ze voortbrengt, wanneer haar licht door de aardsche voorwerpen gewijzigd en verdeeld tot ons oog komt. Zonder deze wijzigingen van het licht aanschouwen wij geen kleuren, evenmin als zonder wijzigingen van het geluid verschillende toonen door ons kunnen gehoord worden.

Wat de toonen zijn in het geluid, dat zijn de kleuren in het licht, en waar het oppervlakkige gevoel bij de waarneming van geluid en licht een hemelsbreed verschil tusschen beiden veronderstelt, daar bewijst een grondig onderzoek in den oorsprong van beiden en in de wetten, die beiden beheerschen, eene verrassende eenheid.

Het geluid ontstaat, wanneer een veerkrachtig ligchaam, door min of meer hevige aanraking met een ander ligchaam, in trillingen geraakt, welke zich mededeelen aan de veerkrachtige vloeistof, waarin wij leven, de lucht. De trillingen of schommelingen der lucht breiden zich naar alle zijden uit; de luchtdeeltjes gaan heen en weder; de luchtlagen zetten zich uit en trekken zich te zamen zonder evenwel van plaats te veranderen. En als de schommelingen der lucht ons oor bereiken en zich ook aan ons trommelvlies mededeelen, dan hooren wij. Hetgeen wij toon noemen, wordt voortgebragt door eene reeks van snel opeenvolgende schommelingen, die steeds in hetzelfde tijdsverloop plaats hebben. Hoe meer trillingen het geluidgevend ligchaam binnen een gegeven tijd volbrengt, des te hooger is de toon, welke daaruit voor ons geboren wordt, of met andere woorden: de langste trillingen geven ons de gewaarwording van lage, de kortste die van hooge toonen.

Behalve de lucht omringt ons nog eene veel fijnere en ijlere vloeistof, die insgelijks veerkrachtig is en zich door het gansch heelal uitstrekt, de wereld-ether. Deze vloeistof kan insgelijks in trillingen