Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/778

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 368 —

meer waar van de kabbelingen, die hij het eerst te weeg bragt. Ik koos bij voorkeur de wiskunde als voorbeeld van den invloed dien het onderwijs kan uitoefenen, ook buiten den meer beperkten kring van de regtstreeks en onmiddellijk door eenig bepaald bedrijf of beroep gevorderde kennis. Die invloed toch wordt thans door zeer velen erkend en op prijs gesteld, terwijl de ondervinding gedurende de reeks van jaren, nadat de wiskunde als noodwendig algemeen bestanddeel van het hooger onderwijs hier te lande is ingevoerd, daarop haren stempel heeft gedrukt. Trouwens reeds plato toonde dien invloed te kennen, toen hij op zijne gehoorzaal schreef: "Geen niet-wiskundige trede hier binnen."

Maar wat van de wiskunde, als opvoedingsmiddel van den geest gezegd is, geldt ook, ofschoon dan in eenigzins andere wijze en maat, van andere vakken van menschelijke kennis.

De beoefening der klassieke letterkunde, zoowel der oudere als der nieuwere talen, heeft niet enkel de strekking, om die talen zelve grondiger te leeren kennen, ten einde er zich later tot het bereiken van zekere doeleinden van te kunnen bedienen. Zij scherpt het vernuft, zuivert den smaak, doet helderder voorstellingen erlangen aangaande datgene wat eeuwig goed, waar en schoon is. Zij verheft het verstand en maakt het geschikt voor de verwerking van de door de ondervinding van eeuwen aangeboden stof; zij veredelt het gemoed en maakt het ontvankelijker voor alle die indrukken, welke de vermenschelijking van ons geslacht ten gevolge hebben.

Ook hier heeft eene langdurige ervaring reeds beslist. Eenigzins anders is het gelegen met de natuurwetenschappen. Deze maken nog geenszins een algemeen bestanddeel uit van het hooger onderwijs, veel minder van het middelbare en lagere. Wel bestaan daaromtrent hier en daar gunstige uitzonderingen; wel heeft onze Maatschappij tot Nut van het Algemeen, reeds voor vele jaren, een dergelijk onderwijs trachten in te voeren en gaat zij steeds met die pogingen voort; wel worden tijdschriften en boekwerken, waarin de natuurwaarheden op eene bevattelijke wijze worden voorgedragen door zeer velen gekocht en gelezen. Maar toch, in verhouding tot het groote nut dat gesticht kon worden, bij een meer algemeen