— 198 —
te ondergaan; maar zoodra zij met eene groote hoeveelheid water in aanraking worden gebragt, verdeelen zij zich in twee afzonderlijke deelen, welke nevens elkander in het water opgelost blijven, maar, na eenigen tijd rustig staan, zich in twee ook uiterlijk verschillende lagen van elkander scheiden. Het eene zou men nog zeep kunnen noemen, maar eene zeep, waarin met dezelfde hoeveelheid vet eene veel mindere hoeveelheid alkali verbonden is; het andere is alleen alkali. Als nu een stuk linnengoed in zulk eene oplossing van zeep in veel water wordt gedompeld, dan is het dit laatste deel, het vrije alkali, hetwelk zich met het vuil verbindt en dit grootendeels oplosbaar maakt.
Men zou hierbij wederom, daar het toch blijkt, dat alleen het vrije alkali de van de zeep verkregen werking verrigt kunnen vragen, waarom men deze bezigt, liever dan dadelijk vrij alkali aan te wenden. Deze vraag vindt haar antwoord ten eerste in de omstandigheid, dat dit laatste, het zij in den droogen toestand, het zij in oplossing, niet dan met bijzondere voorzorgen zoo bewaard kan worden, dat het vrij alkali blijft. Er bevindt zich namelijk in onzen dampkring in geringe, maar toch voor velerlei allerbelangrijkste zaken geheel toereikende hoeveelheid, eene zekere gassoort, koolzuur genaamd. Dit zuur is een groote vriend van alle alkaliën, die het van haren kant gretig tot zich nemen en zich daarmede verbinden, waar zij het maar magtig kunnen worden, en dus ook zoodra zij aan de lucht zijn blootgesteld. Maar na deze verbinding is het geen vrij alkali meer, en zijne werking op vetsoorten, hoewel niet geheel weggenomen, is toch buitengewoon verminderd. Men zou dus, in plaats van zeep in een open bak, als hulpmiddel bij het wasschen, alkali in eene goed gesloten glazen stopflesch voorhanden dienen te hebben, hetgeen te lastig is. Bovendien is het eerstgenoemde deel van de zeep, de verbinding met veel vet, volstrekt niet nutteloos bij het wasschen. Zij houdt de stoffen lenig en glad en vergemakkelijkt dus de bewerking. Bij het gewone wasschen is dus zeep niet wel door iets beters te vervangen.
Bestond het vuil van ons linnengoed alleen en uitsluitend uit vet, dan zou het genoegzaam zijn om, nadat het eenigen tijd met