Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/378

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 366 —

behelpen moest, maar toch zijn zij tot heden ongebruikt blijven liggen. Alleenlijk heeft hind de loopbaan, door pingré gevonden, aan eene enkele dier waarnemingen getoetst, en uit de door hem verkregene uitkomsten zoude ik voor mij hebben afgeleid, dat eene herziening van de loopbaan der komeet van het jaar 1264 volstrekt noodzakelijk was, indien men zich niet meer dan het behoeft door haar om den tuin wil laten leiden. Het is geene ligte taak, uit de nu bekende talrijke, maar gedeeltelijk zeer ruwe, gedeeltelijk tegenstrijdige, gedeeltelijk onverstaanbare opgaven, omtrent de kometen van 1264 en 1556, zoo naauwkeurig mogelijk, de loopbanen dier ligchamen af te leiden, maar ik acht het wenschelijk, dat zij worde ondernomen, hoezeer alle berekeningen, onze kometen betreffende, reeds voor lang gesloten schenen. Ik hoop dat die taak eerlang aan het observatorium te Leiden zal zijn ten uitvoer gebragt, ofschoon het daar aan alles ontbreekt, behalve alleen aan stoffe tot werkzaamheden. Voorloopig kan ik mededeelen, dat de loopbaan der komeet van het jaar 1556, door hind bepaald, beter dan men dit zoude verwachten, aan het geheel der waarnemingen van heller voldoet, en dat die waarnemingen, op zich zelve, vermoedelijk geenen afbreuk zullen doen aan de waarschijnlijkheid, dat de kometen van de jaren 1264 en 1556 hetzelfde ligchaam waren. Indien het nader onderzoek geene beslissende uitkomst zal opleveren, zoo zullen de waarnemingen omtrent de komeet van het jaar 1264 de schuld daarvan dragen.

Ik heb de vraag, of de komeet, wier verschijning men thans verwacht, zich al of niet als eene zeer groote zal vertoonen, tot nu toe onaangeroerd gelaten, ofschoon velen zullen wenschen haar bij voorkeur beantwoord te zien. Ik wil haar niet geheel met stilzwijgen voorbijgaan, maar ik zal mij moeten bepalen bij de enkele mededeeling van de redenen, waarom zij voor geene beantwoording vatbaar is. De kometen hebben in zich zelve zeer verschillende grootten, en de eene wordt in omvang millioenen malen door de andere overtroffen. Eene groote komeet kan zich voor ons zeer groot vertoonen, indien zij de aarde op eenen zeer korten afstand voorbijgaat, maar zij kan ook vrij klein voor ons schijnen, indien