Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/168

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
142
DE MENTAWEH-ARCHIPEL EN ZIJNE BEWONERS.

de vraag op: wat zal de toekomst dezer eilanden zijn? gelijk bij onze aankomst in deze streken voor mijnen geest de vraag gerezen was: wat is het verledene dezer eilanden?

Hier antwoordt geene geschiedenis op de vraag naar het verledene, hier laat volstrekt gemis aan al wat naar beschaving gelijkt niet toe van ook maar in de verte naar de toekomst te gissen. Deze oorden hebben geene geschiedenis, deze menschen geen verleden dan het oogenblik hunner geboorte, geene toekomst dan het tijdstip van hunnen dood. De wind, die door het welig geboomte ruischt, herinnert hier den nakomeling niet aan de daden van groote voorvaderen, die eenmaal onder dat geboomte rustten; geene belangrijke uitvinding doet den dankbaren nazaat de nagedachtenis dier vaderen zegenen!

Misschien ware het eene verdienstelijke daad hier eenige beschaving, en met die beschaving de kennis van den eenigen waren God in te voeren; of er echter hetzij voor handel, hetzij voor nijverheid, regtstreeksch voordeel zoude voortvloeijen uit de exploitatie dezer eilanden voor degenen, die dit mogten ondernemen, dit zoude mijns inziens zeer te betwijfelen zijn. Eilanden, overal door digt struikgewas en geboomte begroeid, geene rivieren bezittende diep genoeg en van genoegzame uitgestrektheid om als vervoermiddelen te worden gebruikt, met eene bevolking, waarin het misschien niet moeijelijk zoude zijn een geest van werkzaamheid en kultuur op te wekken, doch die veel te zwak is in aantal, om daarvan ooit groote uitkomsten te kunnen verwachten, met eene bevolking waarbij bovendien, gelijk uit al hare instellingen blijkt, geene de minste opgewektheid bestaat voor eenigerlei wijze van bestuur, zonder welk laatste toch onmogelijk eenigerhande kultuur-stelsel denkbaar is, ziedaar wat mij voorkomt te groote hinderpalen op te leveren, om ooit te kunnen verwachten, dat er voor een Gouvernement geldelijke voordeelen in de ontginning dier eilandengroep zouden gelegen zijn.

Eenige onmiddellijke voordeelen voor den kleinhandel van Sumatra's Westkust zullen er zeker steeds in de vrije vaart der praauwen op die eilanden te vinden zijn, doch die kleinhandel zelf staat onder de natuurlijke bescherming van het eigenbelang der eilanders, en werpt zoo al hare voordeelen af, zonder eenige kosten voor ons Gouvernement na zich