Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/863

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
335
UITVINDINGEN OP NATUURKUNDIG GEBIED.

der 13de of in het begin der 14de eeuw, en, hoewel hij zelf de uitvinder niet was, zoo komt hem de groote verdienste toe, van de uitvinding bekend gemaakt te hebben.

Dat werkelijk de uitvinding der brillen reeds in de laatste jaren, der 13de eeuw valt, kan men besluiten uit eene plaats, voorkomende in een handschrift van het jaar 1299, getiteld: Trattato del governo da Sandra di Pipozzo di Sandro Fiorentino, waarin de schrijver zegt: "dat hij zoozeer onder den ouderdom gebukt gaat, dat hij niet meer zoude kunnen lezen noch schrijven zonder de glazen, die men brillen noemt, en welke onlangs zijn uitgevonden, tot groot gemak der arme grijsaards, wier gezigt verzwakt is."

Hiermede stemt ook overeen hetgeen giordano da rivalta, die in het jaar 1311 in het klooster van St. Catharina te Pisa stierf, en dus een kloosterbroeder van alexander de spina was, in eene preek, gehouden den 23 Februarij 1305 te Florence, aan zijne toehoorders zeide: "dat het namelijk nog geen twintig jaren geleden was, sedert de nuttige kunst om brillen te maken was uitgevonden, en dat hij den uitvinder zelf gekend had." Dat de brillen in de eerste jaren der 14de eeuw werkelijk reeds tamelijk verbreid waren, blijkt ook daaruit, dat de beroemde bernard gordon te Montpellier in het jaar 1305 in zijn Lilium medicinae eene oogzalf aanprees, onder bijvoegingen: "dat deze in staat was dengenen, wiens oogen verzwakt waren, kleine letters zonder bril te doen lezen." Ook zouden, volgens a. von humboldt (Kosmos, II, p. 508), de brillen te Haarlem in het begin derzelfde eeuw wel bekend geweest zijn, doch hij geeft de bron niet aan, waaruit hij dit voor de geschiedenis der optische instrumenten in ons vaderland niet onbelangrijk feit geput heeft.

Maar wie is dan de eigenlijke uitvinder der brillen geweest?

Een Florentijnsch oudheidkundige, leopoldo del migliore, vestigde het eerst de aandacht op een oud, thans verdwenen grafschrift, hetwelk ten zijnen tijde, dat is vóór omstreeks twee eeuwen, gevonden werd in de kerk Santa Maria Maggiore te Florence, en aldus luidde: "Qui giace d' Armato degli Armati di Fir. Inventore degli Occhiali. Dio gli perdoni la peccata. Anno. DMCCCXVII."

Zoo zoude dan armati van Florence de man geweest zijn, dien