Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/872

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
344
DE TWEE GEWIGTIGSTE NEDERLANDSCHE

lippershey zijne uitvinding, door toezending van zijn werktuig en request aan de Staten, bekend heeft gemaakt, is mede onbekend. Beide kunnen op denzelfden dag, waarop de resolutie genomen is, ontvangen zijn, maar waarschijnlijk is het niet, daar de Staten generaal juist in dien tijd nog vele andere werkzaamheden hadden, welker afdoening voorzeker vrij wat dringender was, dan eene dispositie omtrent een aangezocht octrooi.

Het eenige dus dat men met zekerheid weet, is, dat jakob adriaansz. metius met de uitvinding van den Middelburgschen brillenslijper bekend was, toen ook hij meende aanspraak te mogen maken op de eer en de voordeelen, welke daaruit konden voortvloeijen, omdat hij op zelfstandige wijze tot gelijke uitkomst geraakt was. Of deze aanspraak in zoo verre gegrond was, dat, indien lippershey zijne uitvinding niet had bekend gemaakt, de wereld toch weinig tijds later den verrekijker aan metius zoude verschuldigd zijn geweest, laat zich niet beslissen, doch, zooals de zaak thans staat, kan men niet anders, dan, onder toepassing van delambre's gezegde: les premiers inventeurs ont des droits que rien ne peut prescrire, lippershey als den eersten en dus als den eigenlijken uitvinder der verrekijkers te beschouwen[1] .

Hoe de optische zamenstelling dezer eerste verrekijkers geweest is, laat zich niet met zekerheid zeggen. Hoogstwaarschijnlijk is echter de meening, dat zij uit een bol voorwerpglas en een hol oogglas bestonden. Ware toch het laatste ook bol geweest, dan zouden zich de voorwerpen daarmede omgekeerd vertoond hebben, hetgeen voorzeker niet aan de kritiek van de commissie der Staten zoude ontsnapt zijn.

  1. Ik wijk hier in mijne beschouwing eenigzins af van van swinden en moll in hun reeds aangehaald Geschiedkundig onderzoek, enz. Deze noemen metius den mede-uitvinder der verrekijkers en laten de opsomming zijner aanspraken zelfs aan die van lippershey voorafgaan. Het komt mij voor, dat zij door hunne duidelijk doorschemerende zucht, om de uitvinding onder het patronaat van eenen beroemden naam, opwegende tegen dien van galilei, te stellen, zich hebben laten verleiden om metius meer op den voorgrond te plaatsen, dan hij werkelijk verdient. Het is zelfs zeer te betwijfelen, of de geheimzinnige man, die zelfs zijnen broeder adriaan nimmer door zijn kijker wilde laten zien, noch er de zamenstelling van verklaren, en die vóór zijn dood maatregelen nam om al zijne werktuigen te doen verdwijnen, zonder de bekendwording van lippershey's uitvinding, wel immer iets van de zijne zoude hebben openbaar gemaakt.