Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/874

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
346
DE TWEE GEWIGTIGSTE NEDERLANDSCHE

van 1609 uit Nederland ontvangen, na reeds vroeger, op de in September 1608 te Frankfort gehouden mis, eenen Nederlander ontmoet te hebben, die een dergelijk werktuig bij zich had.

Welligt is echter bij sommige lezers de vraag gerezen, of onder de "verscheidene anderen," die, blijkens de resolutie van den 15den Dec. 1609 der Staten-generaal, reeds kennis hadden van lippershey's uitvinding, niet, behalve metius, ook begrepen moet worden zacharias janssen, die nog heden ten dage bij velen voor den eigenlijken uitvinder der verrekijkers doorgaat. Wij zullen zoo straks op dezen persoon en zijne aanspraken nader terugkomen, maar willen eerst nog het in 1608 ter algemeene kennis gebragte werktuig op zijne verdere reis door Europa vergezellen.

Op het tijdstip toen het boven verhaalde met de verrekijkers van lippershey voorviel, was Fransch gezant bij onzen staat de president jeannin, die krachtige pogingen aanwendde, eerst om den vrede en later, toen deze mislukt was, eenen wapenstilstand met Spanje te bevorderen. In zijne in 1645 te Amsterdam en in 1656 nog eens te Parijs uitgegeven Negotiations komen, onder dagteekening van den 28sten December 1608, twee brieven voor, de eene aan koning hendrik IV, de andere aan sully, waaruit het volgende blijkt.

Zoodra jeannin de uitvinding, waarvan ook hij het nut voor den oorlog doorzag, vernomen had, had hij zich gewend tot den Middelburgschen brillenslijper, en van dezen verzocht, dat hij ook voor hem zulk een kijker zoude maken. Doch deze, getrouw aan zijne belofte aan de Staten gedaan, had zulks geweigerd. De Staten echter, die hoogen prijs stelden op de vriendschap des Franschen konings, met wien zij kort geleden een of- en defensief verbond hadden gesloten, dat evenwel eerst na den vrede zoude in werking komen, en toen al, gelijk wij zagen, tot de overtuiging gekomen zijnde, dat het geheim der uitvinding, als aan meer dan eenen bekend zijnde, zich niet meer bewaren liet, bestelden twee zulke kijkers bij lippershey, welke bestemd waren voor den koning.

Jeannin deed echter nog iets meer. Hij kwam te weten, dat een Fransch soldaat, geboortig van Sedan, maar dienende in de lijfwacht van den prins, behalve andere nuttige uitvindingen voor den oorlog,