Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/875

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
347
UITVINDINGEN OP NATUURKUNDIG GEBIED.

ook die des verrekijkers had afgezien, en dat die man in staat was deze werktuigen na te maken. Dien persoon zond hij als courier met zijne brieven af. De koning beantwoordde den brief van jeannin den 8sten Januarij 1609, schrijvende: "dat hij de beloofde kijkers gaarne zoude ontvangen, maar dat hij veeleer eenen kijker noodig had, waardoor hij van nabij dan in de verte kon zien." Hij doelde daarbij op zijne geheime, in het duister werkende vijanden, en inderdaad, slechts ruim een jaar later trof hem de dolk des sluipmoordenaars.

Op het laatst van 1608 vertrok derhalve de soldaat van Sedan, in het bezit der kunst om verrekijkers te maken, naar Parijs. Uit het geschrift: Over den waren uitvinder des verrekijkers, van den Franschen geneesheer borel, waaruit wij straks nog meer zullen putten, vernemen wij, dat sommigen de uitvinding toeschreven aan zekeren crepi, geboortig van Sedan, die een uitmuntend kunstenaar was. Meer dan waarschijnlijk is deze en de gardist van maurits een en dezelfde persoon. Nu verhaalt sieturus in een in 1618 uitgekomen boek, hetwelk opzettelijk over verrekijkers handelt, dat in Mei 1609 plotseling een Franschman te Milaan aankwam, die voorgaf in verband te staan met den Hollandschen uitvinder en een kijker aan den graaf de fuentes aanbood. De graaf gaf den kijker aan eenen zilversmid, om er een zilveren koker om te maken. Bij dien zilversmid zag sirturus den kijker en, zoodra hij dezen goed onderzocht had, reisde hij naar Venetië om daar glas te koopen en den kijker na te maken, waarmede hij op den St. Marcustoren klom en vrij wat last leed van de nieuwsgierigheid der op het plein rondslenterende adellijke jongelieden, die tot hem kwamen en twee uren lang den kijker van hand tot hand lieten rondgaan.

In Junij van hetzelfde jaar bevond zich galilei te Venetië, waar hij het eerst van de uitvinding der verrekijkers hoorde, en den 23sten Augustus 1609 bood hij zijnen eersten kijker aan den doge en de raadsheeren aan, die daarmede ook op torens klommen en zich niet verzadigen konden in de beschouwing van de op de reede liggende schepen en de verwijderde torens.

Dat behalve den aan den graaf de fuentes gegeven kijker, er ten minste nog een naar Italië gekomen was, alvorens galilei beproefde