Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/279

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
253
DE WOLFSMELKBOOM DER KANARISCHE EILANDEN.

bloemen komen in April en Mei, aan de toppen der takken, uit de oksels der doornen te voorschijn; zij staan drie aan drie bij elkander, de middelste bloem bezit alléén meeldraden, maar de zijdelingsche hebben in het midden een vruchtbeginsel, dat door een groot aantal meeldraden omgeven wordt. De vruchten worden in Augustus rijp en laten hare kogelronde zaden vallen; deze ontkiemen reeds na den eersten herfstregen.

Wanneer men de plant ergens verwondt, komt er een dik en wit melksap in groote hoeveelheid uit de wond te voorschijn. Men kan gemakkelijk uit ééne insnijding binnen vijf minuten tijds een theekopje vol van dit scherp en giftig, door de inboorlingen overmatig gevreesd sap inzamelen. Het stolt spoedig en bevat veel was, welligt ook hars, maar geen kaoetschoek; het droogt aan de lucht tot eene witte, brooze massa in, die het Euphorbium onzer apotheken levert. De melksapvaten, waaruit dit sap ontspringt, bestaan uit sterk verdikte, meermalen vertakte buizen, welke echter niet, zooals b.v. bij Carica Papaya, een te zamen hangend geheel uitmaken; de veerkrachtige gesteldheid hunner wanden verklaart het snel te voorschijn springen van het sap (zoo als dat ook bij onze inlandsche en in de tuinen gekweekte Wolfsmelksoorten algemeen wordt opgemerkt.)

De kantige takken zijn blaauwachtig groen van kleur en worden eerst in lateren leeftijd met eene graauwe kurklaag bedekt. De opperhuid, die rijkelijk van spleetopeningen voorzien is, om de uitdamping tegen te gaan, met eene dikke waslaag overdekt. De melkvaten zijn in de sappige schors, maar ook rondom het breede merg gelegen; schors en merg zijn door eene bij oudere exemplaren tamelijk sterke houtlaag van elkander gescheiden.

Bij het algeheele gemis van hout, daar er, behalve vruchtboomen, in de nabijheid van Santa Cruz noch boomen, noch heesters worden aangetroffen, is de Euphorbia canariensis, in weerwil van hare vergiftige eigenschappen, eene weldaad voor de bevolking, daar zij bijna uitsluitend de brandstof levert, waarmede de armen hunne groenten kooken en hunne visschen braden. Men ziet dan ook dikwijls de vrouwen bij scharen van het gebergte komen, met bundels Euphorbia-takken op het hoofd. Om de planten te dooden ontsteekt men