Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/365

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
337
HET METSELAARS-GILD.

lang hunner meerdere of mindere zuiverheid, in drie soorten verdeeld. Op de markt te Canton kostte toen de minst zuivere soort, naar ons gewigt en onze munt berekend, 72 gulden het Ned. pond, terwijl de middelsoort met 125 en de beste soort met 156 gulden betaald werden. Te Amsterdam bedraagt thans hun prijs in den kleinhandel 150 gulden het pond, en derhalve, daar ongeveer even zoo veel op een pond gaan, gemiddeld een gulden het stuk. Het is mij echter onbekend, aan welke der sorteringen van de Cantonsche markt de te Amsterdam verkochte beantwoorden. Te Parijs kosten zij (volgens payen) 800 francs (ongeveer 376 gulden), dus veel meer dan het dubbele. Wanneer men nu bedenkt, dat 100 Nederlandsche guldens juist een Nederlandsch pond wegen, dan blijkt, dat deze nestjes met eenen prijs betaald worden, veel hooger dan die van zilver. Voegt men nu hierbij, dat de jaarlijksche uitvoer uit de eilanden van den Oostindischen archipel op 120,000 Ned. ponden begroot wordt, derhalve op ongeveer 18 millioenen nestjes, die naar den maatstaf der Cantonsche markt zeker eene waarde van 12 millioenen guldens vertegenwoordigen, dan hebben wij aan de eene zijde reden verbaasd te staan over het groote aantal dezer vogels, terwijl wij ter anderer zijde in hen zoovele nijvere arbeiders begroeten, die mede een niet onbelangrijk deel bijdragen tot de welvaart onzer onschatbare overzeesche bezittingen.

Indien onder den naam van metselaar alleen een arbeider verstaan wordt, die steen met kalk of tras tot een vast geheel verbindt, dan zoude men teregt zwarigheid maken om de dieren, welker werkzaamheden wij thans beschouwen zullen, tot dit gild te brengen. Doch men kan het woord metselaar ook in eenen wij deren zin opvatten, ongeveer in dien, welken er de middeleeuwen aan toekenden, toen een metselaar tevens een bouwmeester was, die tot het daarstellen der gebouwen, behalve kalk en steen, ook andere materialen aanwendde.

Inderdaad komt aan de dieren, bij welker woningen wij nu willen stilstaan, onder de bouwkunstenaars uit het dierenrijk een der eerste rangen toe. Ik bedoel de Bevers (Castor Fiber). Hun roem als zoodanig is dan ook reeds lang en herhaaldelijk door de faam verkondigd,