Men kon tegenwerpen: "misschien was hun dit vroeger voorgedaan", en uit dien hoofde is misschien het tweede voorbeeld, van tennent zelven, nog sprekender. Een werk-olifant was alleen in het bosch bezig met eenen ruwen, pas gevelden boomstam op zijne slagtanden te vervoeren naar het arsenaal. Dit had plaats langs een smal pad, zoodat hij telkens, met zijnen in de dwarste geplaatsten last, nu aan de eene dan aan de andere zijde door de takken en struiken belemmerd werd. Nu draaide hij den kop schuins ter zijde, zoodat de boom min of meer in de lengte-rigting van het pad kwam, en arbeidde aldus, hoezeer met moeite, voort. Op dit pad ontmoette t. hem op een rijtoertje. Zijn paard stond eensklaps verschrikt stil. De olifant legde zijnen last neder en plaatste zich een weinig ter zijde. Het paard durfde echter niet voorbij te gaar. De olifant drong zich thans achterwaarts tusschen de struiken om ruimer plaats te maken. Nog aarzelde het paard, waarop de olifant, als met een blijk van ongeduld, zich nog dieper terug trok, om het pad geheel vrij te laten. Voorbij gereden zijnde, zag hij het vlijtige dier onmiddellijk zijne zware taak weder vervolgen. (In het voorbij gaan zij echter aangemerkt, dat deze "vlijt" wel eene uitzondering mag heeten. In den regel toch is ook de werk-olifant geen voorstander van den "vrijen arbeid". Meestal scheidt hij, zoodra de geleider zich maar even verwijderd heeft, terstond uit, en gaat zich schommelen, met water spuiten, met zand blazen of wel fourageren in de nabijheid).
Eene derde waarneming is afkomstig van een' Ceyloneschen planter. Deze werd overvallen door een' zwervenden olifant. Hij vlugtte in een zwaren boom. Na vruchtelooze pogingen om een dikken tak daarvan te bereiken, ging het dier weg en kwam opvolgend aandragen met 20 à 30 stuks ruw timmerhout, dat in de nabijheid lag. Hij stapelde dit vrij regelmatig op aan den voet van den boom en beproefde toen, daar op staande, nog eens, doch gelukkig weder te vergeefs, zijn doel meer te naderen. Was deze gevaarlijke en slimme zwerver welligt een weggeloopen werk-olifant? Daarover wordt echter niets medegedeeld.
Mijne vierde waarneming ontleen ik aan henri de marcenij. Op eene tijgerjagt, door hem in Britsch-Indië bijgewoond, zakte onvoorziens