goed den slag te hebben gehad, de Indische volkeren iets minder, en de tegenwoordige Aethiopiërs het allerminst. Dat althans hunne dressuur niet alleen aan den olifant ligt, maar ook aan zijne meesters, is gemakkelijk genoeg te bewijzen uit de geschiedenis der Afrikaansche soort. In onzen tijd toch heet deze slechts weinig intelligent en moeijelijk of niet te temmen, doch juist zij was het, die in vorige eeuwen zoowel de oorlogs-olifanten der Karthagers heeft opgeleverd, als de kunst-olifanten der Romeinen, wier "tours d'adresse" destijds de wereld verbaasden. Zij die hen hadden afgerigt behoorden toen ter tijde tot volken, die aan de spits stonden der beschaving; althans op stoffelijk en zinnelijk gebied. Dit element behoort hier dus wezenlijk in de vergelijking te worden opgenomen, tenzij men welligt mogt kunnen bewijzen, dat de destijds levende Afrikaansche olifant aan eene andere Noordelijke soort heeft toebehoord. Dat voor het overige de te Rome koorddansende of voor triomf-karren gespannen olifanten werkelijk Afrikaansche zijn geweest, daarvoor heeft vroeger armandi en later de Engelsche admiraal smyrm (aangehaald door livingstone) een nieuw bewijs bijgebragt. Op teekeningen, medailles of penningen, aldaar in den jare 197 v. Chr. vervaardigd, kan men hen zeer goed als zoodanig herkennen aan hunne groote ooren en het bolle voorhoofd.
Hoe weinig overigens ook voor den dans gebouwd, kan men hen dien ook in onzen tijd zien uitvoeren. Yule was daarvan voor eenige jaren in Achter-Indië ooggetuige. Hij zegt echter, hunne dansen beteekenden dáár niet veel; het was meer eene soort van huppelen, door het beurtelings optillen en min of meer zijdelings uitslaan der pooten. Veel beter geoefend zijn de gedresseerde olifanten, die men tegenwoordig kan gaan zien en die sedert een tiental jaren in het Cirque Napoléon, van dejean te Parijs, vertoond worden. In verscheidene dansen en kunsten geoefend, worden deze ware "saltim-banques" genoemd. Van ouds reeds was het gebleken, dat men met hen zeer ver kan gaan in het afrigten; niet alleen wordt dit voor de gezegde ligchaamsbewegingen vermeld, maar aan het hof van China zou men zelfs in het bezit zijn geweest van een' zingenden olifant!? Deze kon niet alleen, op kommando, "briesschen als een paard, loeijen