Pagina:Algemeen Handelsblad vol 093 no 29918 Avondblad.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

 Editie van 3 Uur.

Het ALGEMEEN HANDELSBLAD verschijnt te Amsterdam des morgens en des avonds, behalve Zondagavond, Maandagochtend en enkele Feestdagen.

ABONNEMENT: Ochtend- en Avondblad kost per KWARTAAL bij vooruitbetaling voor Amsterdam ƒ 5.40. voor anderplaatsen in Nederland ƒ 6.—. Buitenland: afzonderlijke zending ƒ 12.25, gelijktijdige zending ƒ 10.— Alles verhoogd met 10 cent dispositiekosten. Eén Ochtendblad of Avondblad 9 Cts. Voor ABONNEMENTEN en ADVERTENTIES wende men zich tot ons BUREEL — N.Z. Voorburgwal 234-240 — tot onze Agenten, Boekhandelaren en Postkantoren.

Nieuwe Amsterdamsche Courant.

ALGEMEEN HANDELSBLAD

93ste Jaar — No. 29918. Woensdag 30 Juni 1920. A. G. BOISSEVAIN, Directeur. ADVERTENTIEN: Colonnelletter ƒ 0.90 per regel, Zaterdagavond, Zondagochtend, Feestdagen en daaraan voorafgaande avonden ƒ 1.10 per regel. Bewijsnommer 9 en 10 cent dispositiekosten.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: Per regel ƒ 1.80, Zaterdagavond, Zondagochtend, Feestdagen en daaraan voorafgaande avonden ƒ 2.20 per regel, bepaalde plaats 30 cent, alleenstaand 30 cent, beide te zamen 60 cent verhooging per regel.

1e pagina 3e kolom Ochtendblad en andere bijzondere plaatsen ƒ 3.— per regel. Bewijsnommer 9 en 10 cent dispositiekosten. Minimum aantal regels: voor Advertentiën 4, voor Reclames 3.
BOEKAANKONDIGINGEN met premies 4/3 maal.
LIEFDADIGHEIDSADVERTENTIEN met 50 pCt. korting. Een bepaalde plaats in het blad door inzenders voor hunne Advertentie opgegeven wordt niet gewaarborgd



AVONDBLAD.

Eerste Blad.



Dit nummer bestaat uit vier bladen.



BINNENLAND.

Nederlandsche Pilgrim Fathers Herdenking.

In verband met de nadere vaststelling der plannen voor en de regeling van de deelneming aan de Nederlandsche Pilgrim Fathers Herdenking, te houden te Leiden, Amsterdam en Rotterdam op 30 Aug. tot 3 Sept. a.s., is onlangs dr. D. Blooij, sercetaris der Nederl. Pilgrim Fathers Commissie, naar Engeland geweest en kwam met hem uit Engeland Rev. N. E. Aubrey, secretaris van de Engelsche Mayflower Councill. Op dit oogenblik vertoeft in Nederland prof. George P. Baker, van Harvard University (Cambridge Mass. U. S. A.), wien is opgedragen het schrijven van den text en de voorbereiding van de opvoering van een historischen „Pageant” (Openluchtspel), dat de geschiedenis der Pilgrim Fathers in beeld zal brengen en in grooten stijl zal worden opgevoerd te New Plymouth, gedurende den zomer van 1921. Prof. Baker heeeft reeds een studiereis daartoe gemaakt in Engeland en zijn bezoek hier te lande heeft ten doel persoonlijk de plaatsen te bezoeken, waar de Pilgrims hebben gewoond, de resultaten der jongste onderzoekingen in Nerlerland te leeren kennen en een zoo juist mogelijk beeld te verkrijgen van de Pilgrim Fathers en hun verblijf hier te lande.
 Dezer dagen is ook in Nederland de heer H. S. Perris, secretaris van de Anglo-American Society in Engeland, met de opdracht te spreken over het zenden van eene afvaardiging naar de Nederlandsche Pilgrim Fathers Herdenking.
 Als spreker op het Congres worden verwacht: uit Amerika prof. dr. Van Dijke, vroeger gezant der Vereenigde Staten bij ons Hof; Rev. dr. Sam. Elliott, Bishop Darlington, dr. Griffis, mr. Arthur Lord, dr. Cornelius Woelfkin, the Hon. Judge Russell Benedict, Mrs. Coleman en andern. Uit Engeland o.a. Lord Bryce, Lord Weardale, dr. J. Rendel Harris, dr. F. B. Meyer, dr. Horton, H. G. Wood, Rev. Aubrey en anderen.
 Als gedelegeerde namens den Staat Massachusetts is door den Governor aangewezen mr. Wm. Bradford Homer Dowse. De Zwitsersche Kirchen Konferenz heeft prof. dr. Eugène Choisy (Genève) aangewezen als vertegenwoordiger van Fransch Zwitserland, en prof. dr. Ruegg (Zürich) als vertegenwoordiger van Duitsch Zwitserland. Vermoedelijk zullen ook de Fransche Protestantsche Kerken op het Congres vertegenwoordigd zijn.
 Omtrent het aantal te verwachten deelnemers aan het Congres, is nog zeer weinig met zekerheid bekend. Het Nederlandsche prospectus der Herdenking is en wordt dezer dagen ter post bezorgd en wordt op aanvraag door het bureau der Nederlandsche Pilgrim Fathers Commissie (Heerenstraat 45, Leiden), gaarne toegezonden.
 Met het oog op de schaarsche gelegenheid tot logies in Leiden is aldaar een beroep gedaan op de gastvrijheid der burgers, welk verzoek ook is of zal worden gericht tot de burgers van Amsterdam, Haarlem, Den Haag en Rotterdam.



De haven te Vlissingen.

 Bij de wet tot uitbreiding voor Rijksrekening van de buitenhaven te Vlissingen is o.a. de voorwaarde gesteld, dat de naast-belanghebbenden bij die havenverbetering zich verbinden eene som van ƒ 900.000 in de kosten bij te dragen. Door den raad van Vlissingen is besloten eene bijdrage te geven van ƒ 500.000, terwijl de Kon. Maatschappij „de Schelde” en de Stoomvaartmaatschappij „Zeeland” geen termen vonden tot bijdragen. Ged. Staten van Zeeland hebben aan den minister van Waterstaat bericht, dat zij bereid waren de Provinciale Staten voor te stellen ƒ 400.000 bij te dragen, indien de minister kon goedvinden, dat dit in jaarlijksche termijnen van bijv. ƒ 10.000 geschiedt. Ged. Staten overwogen, dat geheel Zeeland zich in dezen een voelt met de voornaamste havenplaats. De minister stelde echter ais eisch dat de bijdrage in termijnen van ƒ 20.000 gedurende 20 jaar zal worden uitgekeerd. Hoewel dit een zeer aanzienlijk offer van de Provincie zal eischen, achten Ged. Staten de verbetering van de haven van Vlissingen van zoodanig algemeen belang, ook voor de Provincie, dat zij meenen te moeten voorstellen die bijdrage te verleenen.



Alg. Ned. Vrouwen-organisatie.

 De minister van Onderwijs enz. ontving gisteren in buitengewone audientie de dames Nine Minnema, W. Willink Altes, A. Reijnders Huizinga, presidente en leden van het hoofdbestuur der Alg. Ned. Vrouwenorganisatie, die namens haar organisatie kwamen bepleiten de handhaving van het principe „gelijk loon voor gelijken arbeid”, in verband met het te verwachten Kon. Besluit, dat als aanvulling van de wet bij het L. O. de salarissen der onderwijzers zal regelen.
 De minister verklaarde eerst te willen kennisnemen van de argumenten der commissie voor georganiseerd overleg, eer hij zijn standpunt kenbaar maakte.



Vroege aardappelen.

 De N. U. M. brengt op verzoek van den Minister van Landbouw ter kennis, dat zij, in verband met de hooge prijzen van vroege aardappelen, van 30 Juni 1920 af tot nader aankondiging geen nieuwe vergunningen voor den uitvoer van vroege aardappelen zal endosseeren. De nog in het bezit van de geëndosseerden zijnde uitvoervergunningen kunnen binnen den daarop aangegeven geldigheidsduur worden gebruikt: a. voor zendingen, welke blijkens afstempeling op de desbetreffende vrachtbrieven uiterlijk 1 Juli 1920 zijn verzonden, b. (voor zoover het betreft vergunningen niet gebruikt op de wijze als sub a. bedoeld) indien daarop ten kantore der N. U. M. is aangeteekend, dat uitvoer der op die vergunningen vermelde hoeveelheden aardappelen alsnog binnen zeker tijdvak kan geschieden. Het ligt n.l. in de bedoeling om den uitvoer van de vroege aardappelen, waarvoor de onder deze letter bedoelde vergunningen zijn afgegeven, te verdeelen over een tijdvak van 3 weken, zulks zoo noodig met verlenging van den geldigheidsduur. De uitvoervergunningen, waarop belanghebbenden eene aanteekening als bovenbedoeld wenschen te zien gesteld, moeten uiterlijk 2 Juli des voormiddags in het bezit van bovengenoemde mij. zijn, waarna deze zorg draagt, dat een gedeelte, te harer beoordeeling, Maandag 5 Juli e.k. weder in het bezit van belanghebbenden wordt gesteld. Ten slotte wordt de aandacht van belanghebbenden gevestigd op het uitdrukkelijk verbod van verhandeling van uitvoervergunningen. Maatregelen zijn getroffen, dat een zoodanige verhandeling nauwkeurig zal kunnen worden gecontroleerd.



Tramwegen in Zuid-Limburg.

Men schrijft ons uit Limburg:
 Sedert de laatste twintig, dertig jaren heeft het niet ontbroken aan plannen voor den aanleg van eenige tramlijnen in Zuid-Limburg. De toenemende omvang der mijnexploitatie deed de behoefte aan behoorlijke communicatiemiddelen tusschen de talrijke gemeente in dit gewest des te meer gevoelen, doch desniettegenstaande vermocht het tot dusver niet tot uitvoering der gemaakte plannen te komen. Slechtg een zeer primitief stoomtramlijntje, ter verbinding van de staatsmijn Emma bij Hoensbroek, met het centrum der gemeente Heerlen, kwam als onderdeel van de geprojecteerde lijn Sittard-Heerlen-Duitsche grens, der Limburgsche Electrische Spoorwegmaatschappij, in 1918 tot exploitatie. Voor het overige bleven in het Limburgsche mijndistrict op verkeersgebied de onmogelijkste toestanden bestaan.
 Het meest kenmerkende is b.v. wel, dat men om uit de richting Maastricht de grensgemeente Vaals te bereiken, het best via Aken kan reizen! Ook de reis naar Kerkrade is, uit welke richting ook, weinig minder dan een zeer bezwaarlijke onderneming. Per trein naar Herzogenrath en dan per Duitsche elec. tram weer naar de grens, was vroeger, toen er nog geen bemoeilijkende pasbepalingen bestonden, de meest gebruikelijke weg.
 Nu schijnt het evenwel dat aan de verkeersmisère eerlang een einde zal komen.
 Bij beschikking van den Minister van Waterstaat van 10 Oct. 1918 werd een commissie ingesteld (de z.g. commissie-Bongaerts), welke tot opdracht had een onderzoek in te stellen ter beantwoording van de vragen: a. welke tramwegen in het belang van een doelmatige ontwikkeling van de mijnexploitatie in Zuid-Limburg moeten worden aangelegd en b. door wie do tramwegen moeten worden aangelegd en door wie en op welke wijze zij moeten geëxploiteerd worden.
 Deze oommissie bracht reeds op 35 October 1919 haar rapport uit, waarin zij tot de volgende conclusies komt:
 A. In het belang van een doelmatige mijnexploitatie zullen in Zuid-Limburg de volgende tramwegen moeten worden aangelegd:
 1. Maastricht — Heer — Bemelen — Margraten — Gulpen — Eijs — Simpelveld—Kerkrade;
 2. Wylré—Gulpen—Vaals;
 3. Heerlen — Nuth — Schimmert — Ulestraten — Meerssen — Heer — Maastricht;
 4. Ulestraten — Beek — Geleen — Lutterade — (mijn Maurits);
 5. Nuth — mijn Emma — mijn Hendrik — Brunssum;
 6. Roermond — Linne — Echt — Roosteren — Sittard — Lutterade — (mijn Maurits) — Urmond — Obbicht — Buchten — met zijtak Roosteren—Maeseijck;
 7. De Locht—Heerlen—Sittard;
 8. Brunssum—Heerlen;
 9. Heerlen—Waubach—Enijelshoven—Kerkrade;
 10. Kerkrade—Valkenhuizen.
 De vier laatstgenoemde lijnen zullen zijn electrische, de overige stroomtramwegen.
 Geleidelijk zal dit net moeten worden uitgebreid en aangevuld met de in het verslag der commissie nader omschreven, thans nog van secundair belang geachte lijnen, als een van Schaesberg langs de mijnen Oranje-Nassau II, Wilhelmina en Willem-Sophie naar Spekholzerheide, in aansluiting op de bovengenoemde lijnen 1 en 9.
 B. De aanleg moet geschieden door een tramweg-maatschappij, welker net zich over geheel Limburg behoudens het gebied ten oosten van de Maas bij en benoorden Venlo uitstrekt.
 Daarin moeten van den aanvang af worden opgelost de Limburgsche Elec. Spoorweg-Maatschappij, de Centr. Limb. Spoorweg-Maatschappij en de Stoomtramweg Maatschappij Venlo—Maasbree—Helden. Deze nieuwe tramwef-mij. mag geen andere aandeelhouders hebben dan het rijk, de provincie, de betrokken groote Limburgsche gemeenten en de Staatsmijnen in Limburg.
 C. voor de aan te leggen lijnen moet de normale spoorwijdte worden aangenomen.
 De financieele regeling werd door de Staatscommissie-Bongaerts als volgt gedacht:
 1o. het Rijk stelle 40 % der josten van aanleg beschikbaar als renteloos voorschot;
 2o. het Rijk neme in het aandeelenkapitaal deel voor 30 % der kosten van aanleg;
 3o. het Rijk stelle een renteloos voorschot beschikbaar ten bedrage van de helft der kosten, ten behoeve van den ombouw in normaalspoor van de lijnen om Roermond.
 De overschietende 30 % der kosten van aanleg zouden dan verdeeld moeten worden tusschen de provincie (15 %) en de gemeenten en de Staatsmijnen (15 %).
 De regeering, welke zich overigens met het rapport der commissie volkomen kon vereenigen, verlangde intusschen een andere financiëele regeling en verklaarde zich bereid te bevorderen dat door het Rijk een renteloos voorschot worde verstrekt van 50 pct. der bouwkosten en dat het Rijk verder neme 50 pct. van het aandeelenkapitaal; in dat geval zullen de provincie en de gemeenten elk 25 pct. van dat kapitaal moeten nemen, zoodat het Rijk voor 75 pct., de provincie en de gemeenten elk voor 12½ pct, in de zaak geïnteresseerd zullen zijn.
 Gelijk boven is medegedeeld, achtte de commissie alleen deelneming der grootere Limburgsche gemeenten en van de gemeente Deurne (N. Br.) noodig. Nader is echter bepaald, dat als aandeelhouders zullen optreden het Rijk, de provincie en de Vereeniging van gemeenten: „Gemeenschappelijk bezit van aandeelen in de Limburgsche Tramweg-maatschappij”. Door dezen vorm van vereeniging te kiezen, werd o.m. bereikt, dat de 25 pct. van het aandeelenkapitaal welke voor rekening der gemeenten moet komen, verdeeld kan worden over een groot aantel gemeenten en niet slechts over de tien gemeenten, door de commissie bedoeld. Alsmede, dat de invloed van iedere gemeente in een juiste verhouding kan worden gebracht tot hare deelneming.
 In deze verwachting zijn, gelijk thans reeds is gebleken, de ontwerpers niet bedrogen. De toestand is nu zoo, dat de Vereeniging van gemeenten voor 25 % in het aandeelenkapitaal zal deelnemen en dat de vereeniging aan de tot haar toegetreden gemeenten certaficaten van aandeelen uitgeeft.
 Het aanleg- en uitrustingskapitaal der bovengenoemde tien lijnen is door de Vommissie geraamd op 15 millioen gulden. Van dit bedrag neemt het Rijk voor zijn rekening als renteloos voorschot 50 % = ƒ 7.500.000, in aandeelen 25 % = ƒ 3.750.000. Verder besloten de Provinciale Staten van Limburg om deel te nemen voor 12½ % = ƒ 1.875.000, zoodat voor rekening der gezamenlijke gemeenten blijft eveneens ƒ 1.875.000.
 De Vereeniging van gemeenten zal verder voor hare rekening moeten nemen het aanaeelenkapitaal der Centrale Limb. Spoorwegmaatschappij, zijnde ƒ 796.000, na aftrek van het aandeel der provincie, en dat der Stoomtramweg-Mij. Venlo—Maasbree—Helden ad ƒ 494.000. De betrokken aandeelhouders dezer maatschappijen zullen hunne aandeelen kunnen omwisselen tegen certificaten, af te geven door de Vereeniging van gemeenten.
 Wat de verdeeling der ƒ 1.875.000 betreft, zijn de verschillende daarvoor in aanmerking komende gemeenten verdeeld in zes categorieën. De tot iedere categorie behoorende gemeenten zullen ieder nemen 2, 8, 10, 20 en 40 certificaten elk van ƒ2500, terwijl de vier gemeenten die tot de eerste categorie behooren, n.l. Maastricht, Heerlen, Kerkrade en Sittard, het restant zullen nemen. Hoeveel dit zal bedragen, is op het oogenblik niet met juistheid te zeggen. Het wordt echter op ten hoogste één millioen gulden geschat. Tusschen genoemde vier gemeenten zal de verdeeling vermoedelijk zoo plaats hebben, dat Maastricht en Heerlen ieder 32½ pCt., Sittard 20 pCt. en Kerkrade 15 pCt. zal nemen.
 De Vereeniging van Gemeenten, waarvan boven sprake is, kwam intusschen reeds tot stand en de instemming, welke de oprichting er van in de betrokken kringen wekte — verscheidene gemeenteraden besloten reeds tot het nemen van certificaten — wettigt de verwachting, dat nu inderdaad het tramwegvraagstuk voor Zuid-Limhurg zijn oplossing nadert. Allereerst zal met den aanleg der lijnen Maastricht—Vaals en Roermond—Sittard—Lutterade (mijn Maurits) een aanvang worden gemaakt.



Invaliditeitsrente.

 In de Mei-aflevering van het van het „Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek” is voor het eerst opgenomen een opgave van het bedrag der door de Raden van Arbeid in de postkantoren verkochte rentezegels, zoomede van het aantal verplicht verzekerden.
 Van November 1919 tot en met Maart 1920 was in totaal tot een bedrag van ƒ 10.736.123 aan zegels verkocht, terwijl het aantal verplicht verzekerden hetwelk op 28 Maart 1920 ingeschreven was 1.844.109 bedroeg.
 In het vervolg zal iedere maand eene dergelijke opgave worden gepubliceerd.



Vragen van Kamerleden.

 De heer Kuiper heeft aan den Minister van arbeid de volgende schriftelijke vragen gesteld:
 Is het den Min. bekend, dat in de kringen van landarbeiders een zekere ongerustheid opkomt over het lot van het ontwerp-landbouw-arbeidswet?
 Kan de Min. mededeelen hoever de voorbereiding van dit wetsontwerp gevorderd is en wanneer ongeveer de indiening bij het parlement kan worden tegemoet gezien?

 De heer Engels heeft aan den Min. van financiën de volgende vragen gesteld:
 Is de Min. bereid te bevorderen, dat de diensttijd der burgerlijke Rijksambtenaren in ’s Rijks dienst doorgebracht — onverschillig in welken tak van dienst — tezamen en ononderbroken ten volle wordt in aanmerking gebracht bij de toepassing van het Bezoldigingsbesluit 1920 voor Burgerlijke Rijksambtenaren?
 Is de Min. bereid in te stellen een commissie, mede uit de organisaties der ambtenaren gevormd, teneinde den Minister van advies te dienen, bij voorkomende klachten der ambtenaren over de toepassing van bovengenoemd Bezoldigingsbesluit?



Provinciale Staten van Gelderland.

 Ged. Staten stellen voor aan het uitvoerend comité voor het eerste Nederl. Wegencongres, in September te ’s-Gravenhage te houden, een subsidie te verleenen van ƒ 2000.
 Gedeputeerde Staten hebben voorts een voorstel ingediend om de pensioenen van provinciale ambtenaren en hun weduwen en weezen met 40 % te verhoogen.



Studiereizen van Zwitsers door Nederland.

 De groote belangstelling, welke de Zwitsers toonden voor de expositie van de maquettes der havenwerken van Amsterdam en Rotterdam, had den Nederlandschen consul te Genève, de heer Van Notten, het denkbeeld doen opperen om een studiereis van Zwitsers door Holland te organiseeren, gelijk reeds in Amerika gesdhiedt en binnenkort in Engeland gevolgd wordt.
 Het voorstel is in goede aarde gevallen, de medewerking van de Vereeniging Nederland in den Vreemde zal ingeroepen worden en volgend jaar zullen dus waarschijnlijk een of meer studiereizen van Zwitsers door Nederland ondernomen worden.



Gemeenteraad van Watergraafsmeer.

 In zijn voortgezette vergadering heeft de Raad der Gemeente Watergraafsmeer besloten de aangenomen salarisverhoogingen voor ambtenaren en werklieden overeenkomstig het voorstel der commissie voor de sociale aangelegenheden terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Juni 1920.
 Het voorstel, om in verband met de verhoogde uitgaven de prijzen voor gas en electriciteit te wijzigen, werd in handen van de commissie voor de bedrijven gesteld voor nader onderzoek.



Gemeenteraad van Naarden.

 In de Dinsdag gehouden Raadsvergadering te Naarden heeft de heer Van Wettum als oudste wethouder waardeerende woorden gesproken tot den Voorzitter, den heer P. Hoytema van Konijnenburg, die 18 Juni j.l. den dag herdacht, waarop hij voor 25 jaar tot burgemeester werd benoemd.
 Besloten werd voor één jaar 5 cent per inwoner uit de gemeentekas te storten in het fonds tot bestrijding der malaria. Op het verzoek van de vereeniging Bussum’s Gemeentebelangen om adhaesie te betuigen aan haar adres tot de Tweede Kamer inzake de forensenbelasting, werd afwijzend beschikt, omdat, gelijk de voorzitter uiteenzette, voor Naarden de toestand geheel anders is dan voor Bussum. In Naarden wonen namelijk twee soorten van forensen. In het Parkkwartier wonen menschen, die in de registers van den Burgerlijken Stand te Naarden staan ingeschreven en in Amsterdam werken. Van dezen zal bij de nieuwe belasting-regeling slechts geheven kunnen worden naar 2/3 van hun inkomen.
 Maar daartegenover staat, dat in het Bosch van Bredius forensen hun verblijven hebben, terwijl die forensen in Amsterdam wonen en daar ook in den Burgerlijken Stand staan ingeschreven. Van dezen kan men volgens de nieuwe bepalingen ook een aanslag gaan eischen van 2/3 van hun inkomen. Dit is een vooruitgang. Het is dus voor Naarden niet zoo maar ineens uit te maken, of het voordeel dan wel nadeel van de nieuwe belastingwetten hebben zal. Een en ander zal worden onderzocht.
 Het verzoek om ook aan de verhoogde loonen der losse gemeentewerklieden terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Januari 1920 werd gewezen van de hand.
 Besloten werd voorloopig niet over te gaan tot den bouw eener Rijkstuinbouwwinterschool voor Naarden-Bussum.
 Aan B. en W. werd echter opgedragen nader met den Minister van Landbouw en met de gemeente Bussum te onderhandelen ten einde te geraken tot den bouw eener school, die minder zou kosten. Aan de Gooische H. B. S. te Bussum werden voor den tijd van 1 jaar twee lokalen verhuurd van de nieuwe Comeniusschool. De H. B. S. komt namelijk in haar gebouw te Bussum ruimte te kort.
 Op voorstel van den heer Van der Heyde werd besloten een post op de begrooting 1921 te brengen voor het geven van uitkeeringen ten behoeve van schoolreisjes door de kinderen van alle scholen in Naarden.



Korte berichten.

 De gasfabriek te Delft heeft ovei 1919 een nadeelig saldo van ƒ 150,000 opgeleverd.

 Aan het niet stakende personeel der Geldersche Overijss. Stoomtram, behalve de ambtenaren, is met 15 Juli ontslag aangezegd.



Gemengde Berichten.

Georganiseerde dievenbende.

 Men meldt ons uit Alphen aan den Rijn:
 Sinds geruimen tijd kwamen herhaaldelijk diefstallen voor in Alphen en omstreken, zonder dat de daders gevat konden worden. Het in het openbaar dragen van gestolen goederen gaf de politie aanleiding een inval te doen in een bepaald huis. Hiervan waren de resultaten verrassend. Van onder den vloer kwamen dingen van allerlei aard te voorschijn, hetwelk op wagens naar het politiebureau werd gebracht. Een drietal personen werd gearresteerd en door den commissaris in verhoor genomen. Het onderzoek gaf nog verrassender resultaten. Men bleek n.l. te doen hebben met een groote bende van st[elers] en helers, welke hun arbeidsveld verschil[lende kil]ometers in ’ rond hadden. Niet min[der dan] 21 personen zijn in verhoor genomen, [waarbij?] ter sprake kwamen diefstallen van meer dan dri[e] jaar terug en die thans opgehelderd werden . Het onderzoek duurt voort.



Boycot van een courant.

 Naar aanleiding van het voorstel in den Raad [van?] Amersfoort, waarbij tot het tapverbod werd besloten en waarbij de heer Leinweber (V.D.), tegenstander, zich in den Raad danig heeft geweerd, heeft de Amersfoortsche Courant in een desbetreffend artikel de houding van den heer Leinweber afgekeurd. Tengevolge hiervan hebben de vergunninghouders te Amersfoort thans stelling genomen tegen genoemd blad en zeggen allen, die op het blad geabonneerd zijn, hun abonnement op bij wijze van boycot. Reeds velen gingen hiertoe over, wier namen thans geregeld door de Amersfoortsche Courant gepubliceerd worden.



Stadsnieuws.

Loop der Bevolking.

 De bevolking dezer gemeente bedroeg op 1 Juni 1920 650.460 zielen (314.656 mannen en 335.804 vrouwen).
 In de week van 6—12 Juni bedroeg het aantal levendgeborenen 308 (166 m. en 142 vr.), dat is 24.69 per 1000 per jaar.
 Het aantal levenloos aangegevenen was 11.
 In dezelfde week bedroeg het aantal overledenen 125 (61 m. en 64 vr.), dat is 10.02 per 1000 per jaar.
 Overleden aan besmettelijke ziekten 5 en wel 0 aan febris typhoïdea, 1 aan mazelen, 0 aan roodvonk, 1 aan kinkhoest, 1 aan diphtherie, 1 aan influenza, 1 aan moeraskoorts en 0 aan andere epidemische ziekten.
 In de week van 30 Mei—5 Juni waren geboorte- en sterftecijfers:

  Geb. Sterfte   Geb. Sterfte
Amsterdam 22.3 6.8 Munchen 22.3 14.1
Rotterdam 26.5 9.3 Keulen 27.0 14.2
’s-Gravenh. 25.8 10.6 Leipzig 21.5 13.0
Utrecht 19.5 7.5 Dresden 22.1 12.9
Groningen 28.1 17.5 Breslau 28.6 15.8
Antwerpen 19.4 7.5 Frankf.a/M. 19.5 11.1
Luik 14.3 14.6 Düsseldorf 18.6 12.0
Parijs 21.1 15.6 Neurenberg 21.1 12.7
Londen 30.6 11.0 Chemnitz 13.1 13.0
Glasgow 31.0 13.5 Maagdeburg 24.5 12.9
Birmingham 35.5 9.4 Stettin 25.0 15.9
Liverpool 32.8 14.2 Weenen 16.3 17.4
Manchester 35.1 13.9 Praag 17.3 17.2
Sheffield 34.5 17.7 Triëst 20.9 16.4
Leeds 34.4 12.3 Kopenhagen 22.5 9.9
Dublin 35.9 18.7 Christiania 24.6 11.5
Belfast 33.1 14.6 Stockholm 18.5 12.5
Edinburg 21.3 14.2 Zurich 21.9 12.5
Berlijn 19.4 14.5 Bern 25.2 12.5
Hamburg 17.4 13.1

 De cijfers in de Duitsche steden loopen over de week van 23—29 Mei en Zwitsersche van 2—8 Mei



Alg. Ned. Christ. Ambtenaarsbond (Rijkspersoneel).

 In verband met de behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van de Staatsbegrooting, betreffende de salarissen der Rijksambtenaren, werd Maandag in een der zalen van de Parkkerk, eene vergadering gehouden van de Rijksambtenaren der afd. Amsterdam, waarbij de secretaris van het hoofdbestuur, de heer L. Vermeulen, eene bespreking inleidde omtrent de Memorie van Antwoord en de behandeling van genoemd wetsontwerp in de Tweede Kamer, en naast de waardeering voor hetgeen de Regeering deed uiting gaf aan de teleurstelling bij de ambtenaren ontstaan, ten gevolge van het afwijken der Regeering in ongunstigen zin van de voorstellen der salariscommissie en het aftrekken van 7 % voor pensioen.
 Uit de vergadering werd ook een algemeen en krachtig protest gehoord en bleek de teleurstelling groot over de houding der Regeering ten opzichte dier punten. Algemeen was toch bekend, dat de salarissen der ambtenaren vóór den oorlog veel te laag waren en toch deden die salarissen dienst als grondslag voor vergelijking met de nieuwe salarissen en op die krap berekende nieuwe salarissen, die lang niet in verhouding stonden met de stijging der levensbehoeften, ging nu de Regeering nog beknibbelen en kortte zij 7 % voor pensioen. Onbegrijpelijk werd die houding genoemd.
 Ook betreurde de vergadering zeer, dat de cijfers en percentages der salarisverhoogingen, welke de Regeering heeft gepubliceerd, aanleiding hebben gegeven tot geheel onjuiste voorstellingen bij het publiek omtrent de stijging van de inkomens der ambtenaren. Vrij algemeen wordt toch aangenomen dat de salarissen met 100 % en meer zijn verhoogd, terwijl toch uit de vroegere en tegenwoordige maxima in onderscheidene rangen blijkt, dat die verhooging vaak beneden de 50 % blijft.
 Wordt gelet op de salarissen van gemeente-ambtenaren dan komt ten duidelijkste uit, dat de rijksambtenaren vooral in de groote gemeenten, in veel ongunstiger conditie verkeeren; gezwegen wordt nog van de vaak hooge salarissen die aan groote particuliere instellingen (banken, stoomvaartmaatschappijen, enz), worden uitbetaald.
 Bij het hoofdbestuur werd daarom met klem aangedrongen op krachtige actie bij de Regeering en Volksvertegenwoordiging voor betere salarissen der ambtenaren en de verwachting uitgesproken, dat de Regeering door daden zal toonen, dat zij hare woorden n.l. een warm hart te hebben voor de ambtenaren, gestand zal doen, opdat eindelijk eens de ambtenaren, in eenigszins betere conditie mogen raken.

Mevrouw Schreve—IJzerman gehuldigd.

 Maandagmiddag werd in de congreszaal van de tentoonstelling „Het huis en zijn inrichting” de presidente der tentoonstelling, mevrouw J. Schreve—IJzerman in tegenwoordigheid van een aantal genoodigden, waaronder hare ouders, en haren echtgenoot, op hartelijke wijze gehuldigd.
 Toen mevrouw Schreve die voor het welslagen der tentoonstelling zoo heel veel heeft gedaan, de zaal binnenkwam, werd haar een welkomstlied toegezongen, getoonzet door den heer Hans Franco Mendes op woorden door zijn moeder, mevrouw Franco Mendes Calish, in versmaat gebracht. Mevrouw Franco Mendes was het ook, die als presidente van de vereeniging van huisvrouwen mevrouw Schreve in een hartelijke toespraak dankte voor al den arbeid door haar verricht, en die haar namens vele leden der afdeeling Amsterdam als stoffelijk blijk van waardeering een antieke kast aanbood.
 Zichtbaar verrast en ontroerd door al die betuigingen van sympathie dankte mevrouw Schreve met eenige eenvoudige woorden, voor de verrassing haar bereid.



Tegen de uitbreiding der gemeentewinkels.

 De Vereeniging van Amsterdamsche Winkeliers schreef tegen gisteravond in het Gebouw voor den Werkenden Stand een vergadering uit om te protesteeren tegen de uitbreiding der gemeentewinkels.
 De vergadering, die vrij goed bezocht was, werd o.a. bijgewoond door de Gemeenteraadsleden de heeren Carels, Lisser, Weiss en mevrouw Van Zelm. De heeren Nolting, Ophorst en Stähle zonden bericht van verhindering.
 De voorzitter, de heer J. M. I. Levisson, zeide in zijn openingswoord, dat de gemeentewinkels een hasco zijn en in de toekomst op financieele débacle moeten uitloopen. Daarom moet luide geprotesteerd worden tegen het doordrijven van voorstellen tot uitbreiding der gemeentewinkels, die niet anders beoogen dan diverse bedrijven onder de invloedsfeer der gemeente te brengen.
 Dezerzijds werd aan den Raad een circulaire gericht tegen de gemeentevischwinkels, waarna B. en W. het voorstel tot uitbreiding der vischwinkels voorloopig terugnamen. In de daarna door B. en W. aan den Raad gerichte nota wordt de berekening, dezerzijds gegeven, onvolledig en onjuist genoemd. Spreker handhaafde echter de juistheid der cijfers.
 In een nader stuk aan den Raad is dezerzijds dan ook betoogd, dat B. en W. de cijfers in het eeste stuk niet weerlegd hebben en van geheel andere data zijn uitgegaan.
 Het Gemeenteraadslid de heer Carels deed uitkomen, dat de particuliere handel in de toekomst moet blijven de bron waaruit alles geput moet worden. Dit kan het beste geschieden als de concurrentie gehandhaafd blijft. Het is van geen sociaal belang, dat de gemeente tarbot en tong met de kleinste winst marge van ale visch verkoopt. Amsterdam heeft altijd visch gegeten, zonder dat in den omtrek van tien minuten visch te krijgen was. Spr. wees ook op een bericht in de „Visscherij Courant”, waarin medegedeeld wordt, dat Vrijdaggmorgen in de Vischhal te IJmuiden de kooper van visch voor de stad Amsterdam groot-middel schelvisch kocht voor ƒ 18.50 per kist van 100 pond, terwijl een Amsterdamsche vischhandelaar dezelfde visch van dezelfde boot en dezelfde kwaliteit kocht voor ƒ 11.50. Hetzelfde geschiedde, volgens het bericht, met zetschol van de Urtker botters. Voor de gemeente Amsterdam werd ze gekocht voor ƒ 34 per kist, doch een particulier koopman kocht ze van ƒ 22 tot ƒ 24.
 De voorzitter van de vischwinkeliersvereeniging „Ons Belang” deelde mede, dat de gemeentelijke vischvoorziening op sommige soorten visch 100 en meer percent neemt, terwijl de particuliere winkeliers in het gunstigste geval slechts 25 % maken.
 Onder groot rumoer nam een der aanwezigen, de heer Witmond, de voorstellen van B. en W. in bescherming. De voorzitter wilde hem het woord ontnemen, doch daartegen teekende de heer Lisser, mede namens mevr. Van Zelm, protest aan. Tenzij men op hun tegenwoordigheid geen prijs stelde, wenschte hij het vrije woord gehandhaafd te zien.
 De heer Witmond kreeg hierop gelegenheid, nu en dan door interrupties onderbroken, te zeggen wat hem op het hart lag. Toen hij evenwel zei, dat het hem genoegen zou doen als de Raad heden weer een stuk initiatief aan den middenstand zou ontrukken en dat de vertegenwoordigers, die dat zouden doen, den steun der arbeiders zouden hebben, toen werd de vergadering zoo opgewonden, dat de heer Witmond het podium moest verlaten.
 Nadat de rust weer was teruggekeerd, voerde de heer Lisser het woord. Hij vond het onjuist, dat de Vereeniging geen adres richtte aan den Raad, maar slechts aan een aantal gegeenteraadsleden. Als men hier te velde trekt tegen de gestie van het gemeentelijke vischbedrijf, dan begrijpt spreker niet dat men hier zoo te keer gaat tegen een debater, die van een ander standpunt wil getuigen. Het gemeentelijke winkelbedrijf, zooals het zich toespitst, gaat niet uit van het standpunt der socialisatie, maar van kapitalistisch standpunt. Daar komt spr., als communist, tegen op, want hij staat op het standpunt van algeheele inbeslagneming door de Overheid van het geheele bedrijf. Hij is bij onderzoek bedroefd uitgekomen ten opzichte van het gemeentebedrijf, wat echter niet zeggen wil, dat hij tegen elk gemeentelijk bedrijf is, maar dat hij de methode, die B. en W. wenschen, niet deelt.
 De voorzitter zeide o.a. nog, dat de heer De Miranda gisteren aan venters heeft verklaard, dat elke handelaar en venter een vaste standplaats zal kunnen krijgen mits zij hun visch van de gemeente betrekken; dat er in de gemeentewinkels te veel ijs wordt gebruikt; dat de visch die de gemeente overhoudt, in het IJ verdwijnt, en dat de gemeente aan ziekten gestorven visch aan handelaars verkoopt, omdat zij ze niet durft distribueeren.
 De volgende motie word ten slotte na eenige strubbelingen aangenomen:
 De Amsterdamsche handeldrijvende en industrieele middenstand brengt ter konnis aan het college van B. en W. en alle leden van den Gemeenteraad, het te betreuren, dat B. en W. steeds voortgaan met gemeentegelden te vragen voor gemeentewinkels;
 dat de ondervinding met diverse bedrijven geleerd heeft, dat de overheid, die zich op particulier concurrentiegebied begeeft, de gemeentekas steeds aansprakelijk moet stellen voor financieele tekorten;
 dat gebleken is, ook uit de debatten in den Raad onzer gemeente, dat de resultaten dier bedrijven „ten bate van het algemeen belang” niet aan het doel beantwoorden;
 dat er geen enkel motief aanwezig is om het instituut „levensmiddelenvoorziening” op deze manier te werk te stellen, aangezien zelfs op ’t oogenblik van nijpenden nood ook de gemeente niet in staat was en is goedkooper te leveren;
 dat het optreden van thans niet anders is dan ons beconcurreeren met ons belastinggeld en wij de tekorten mogen helpen dekken door meer opbrengst aan den fiscus;
 protesteert ten krachtigste tegen het voortbestaan van dezen toestand en dringt met klem aan op het doen eindigen van gemeente-exploitatie van winkels en verwerping van het thans aanhangige voorstel tot uitbreiding der vischwinkels.



Verlof aan gehuwde hoofden en onderwijzeressen van openb. voorber. scholen.

 Het raadslid mevr. Pothuis—Smit heeft voorgesteld dat in art. 3 en art. 5, sub 2, van het besluit behoorende bij de voordracht No. 741 tot vaststelling eener verordening op het verleenen van verlof aan hoofden, onderwijzeressen en helpsters van openbare voorbereidende scholen het woord „gehuwde” worde geschrapt.



Benoeming leeraren M. O.

 Ter benoeming van leeraren (leerares) aan de 7e H. B. 6. m. 3-j. c. bevelen B. en W. aan:
 Voor de Ned. taal en de Geschiedenis: A. Hendriks, Docts. Nederl. letteren, leeraar R. H. B. S. te Roermond. Voor Fransche taal F. P. J. Petit, leeraar Gem. H. B. S. en Hoogere Handelsschool te Eindhoven. Voor Engelsche taal: 1o. A. C. Stehouwer, tijd, leeraar 7e H. B. S. met 3-j. c.; 2o. mej. P. J. de Lange, leerares Gymn. te Apeldoorn. Voor Aardrijkskunde: 1o. J. Denuijs, onderw. Spieghelschool en tijd. leeraar 1e H. B. S. met 3-j. c.; 2o. H. Eggink, tijd. R. H. B. S. te Coevorden. Voor Teekenen: J. G. van der Valk, tijd. leeraar 7e H. B. S. met 3-j. c. Voor Schoonschrijven (twee leeraren): J. Denijs, voorn., en J. G. van der Valk, tijd. leeraar 7e H. B. S. met 3-j. c. Voor Gymnastiek (vr. leerl.): mevr. R. Kühlemann—Coltof, onderw. aan school No. 62 en Comeniusschool, tijd. leerares 7e H. B. S. m. 3-j. c.
 — Ter benoeming van een tijd. leerares in de Wiskunde aan de 1e Openb. Handelsschool en daarmede vereenigde H. B. S., bevelen B. en W. aan: mej. M. G. Maurits, tijd. leerares 5e H. B. S. 3-j. c.
 — Ter benoeming van een leeraar in de Staatshuishoudkunde en de Staatsinrichting aan de 2e en de 3e H. B. S. m. 5-j. c. en de 1e H. B. S. m. 3-j. c., bevelen B. en W. aan: J. G. Morren, tijd. leeraar aan gen. scholen.
 — Ter benoeming van een leeraar in de Wiskunde aan de 5e H. B. S. m. 3-j. c. bevelen B. en W. aan: O. H. Westerhof, leeraar R. H. B. S. te Oud-Beijerland.
 — Ter benoeming van een leeraar in de Ned. taal en letterkunde en de Handelscorresp. aan de 1e Openb. Handelsschool en daarmede vereenigde H. B. S., bevelen B. en W. het dubbeltal aan: A. Jonk, leeraar R. H. B. S. te Alkmaar en W. J. Jouwersma, tijd. id. 1e H. B. S. m. 5-j. cursus en id. met 3-j. cursus.
 — Ter benoeming van twee leeraren aan de 6e H. B. S. met 3-j. c. bevelen B. en W. aan: Voor het onderwijs in de Ned. taal, het Boekhouden en het Schoonschrijven: A. Tol, tijd. leeraar 4e en H. B. S. m. 3-j. c. en H. B. S. voor meisjes; voor Wiskunde: 1e. A. Bruinsma, leeraar Gem. H. B. S. Winschoten, 2e O. H. Westerhof, id. R. H. B. S. te Oud-Beijerland.
 — Ter benoeming van leeraren aan de 1e H. B. S. m. 5-j. c. bevelen B. em W. aan: Voor Wis- en natuurkunde: A. van der Groen, docts. in de Wis- en natuurkunde, leeraar Gem. H. B. S. met 5-jarige cursus Groningen; voor Geschied. en de Nederl. taal en letterkunde (twee leeraren) A. Rijpma, [leraar] 1e H. B. S. m. 3-j. c. en T. de Boone, id. 2e id.; voor de Fransche taal en letterkunde: W. van der Molen, id. 2e H. B. S. m. 3-j. c.; voor de Duitsche taal en leterk.: J. W. Cittert, id. H. B. S. en de Hoogere Handelsschool te Haarlem; voor Handteekenen: A. Scherpenhuijsen Jr., id. 1[e?] H. B. S. m. 3-j. c.; voor Gymnastiek: W. H. Taconis, id. R. H. B. S. m. 5-j. te Sappermeer.
 — Ter benoeming van tijd. leeraren (leerares) bevelen B. en W. aan mej. C. E. Bastert, 4 H. B. S. met 5-j. c. voor de plant- en dierkunde; J. H. Schogt, id. id. voor de wiskunde; W. J. Jouwersma, 6e id. 3-j. c. voor de gesch. en aardrijkskunde.





Laatste Berichten.

(Ontvangen na het ter perse gaan van dit nummer.)


Kinderbijslag.

 De Staten van Noord-Holland hebben [het] voorstel tot kinderbijslag verworpen met [37] tegen 34 stemmen.