2. Gedeputeerde staten maken van hun bevoegdheid, genoemd in het eerste lid, geen gebruik dan na overleg met de betrokken overheidsorganen.
HOOFDSTUK VII. ARCHIEFBESCHEIDEN VAN ANDERE OVERHEIDSORGANEN
Artikel 40
1. Een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Stb. 1989, 571) houdt tevens een voorziening in omtrent de zorg voor de archiefbescheiden van bij die regeling ingestelde openbare lichamen of gemeenschappelijke organen.
2. Deze voorziening wordt getroffen zoveel mogelijk overeenkomstig de bepalingen van deze wet.
3. Zolang bij een gemeenschappelijke regeling niet is voldaan aan de verplichting tot het treffen van een voorziening als bedoeld in het eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing de bepalingen die terzake gelden voor de gemeente dan wel, indien een provincie aan de regeling deelneemt, voor de provincie, waar het ingestelde lichaam of orgaan is gevestigd.
Artikel 41
1. Met de zorg voor de archiefbescheiden van andere dan in de voorafgaande artikelen bedoelde overheidsorganen, voor zover de archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is belast:
- a. het dagelijks bestuur of in de gevallen, dat er geen dagelijks bestuur is, het bestuur:
- b. in andere gevallen: de persoon met openbaar gezag bekleed.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de wijze waarop de in de in het eerste lid bedoelde zorg wordt uitgeoefend.
3. De kosten, verbonden aan de uitoefening van de in het eerste lid bedoelde zorg, komen ten laste van het desbetreffende overheidsorgaan.
HOOFDSTUK VIII. STRAFBEPALING
Artikel 42
1. Hij die aan de bij artikel 11, eerste lid, gestelde verplichting niet voldoet, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
2. Het feit is een overtreding.
HOOFDSTUK IX. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 43
De Archiefwet 1962 (Stb. 313) wordt ingetrokken met uitzondering van artikel 15. Artikel 15 van de Archiefwet 1962 vervalt met ingang van de dag waarop de Wet van 14 oktober 1993 (Stb. 555) tot herziening van Titel 4 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in werking treedt.