Naar inhoud springen

Pagina:Archiefwet 1995 (stb-1995-276).pdf/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 6

Tot vernietiging van in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden mag Onze minister slechts overgaan na machtiging van degene, op wiens last deze archiefbescheiden zijn overgebracht.

Artikel 7

De zorgdrager is bevoegd archiefbescheiden te vervangen door reprodukties, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen. Voor de vervanging van archiefbescheiden die niet als te vernietigen worden aangemerkt in de in artikel 5 bedoelde lijsten, is een machtiging vereist van Onze minister dan wel, indien het archiefbescheiden betreft voor de bewaring waarvan een andere dan een rijksarchiefbewaarplaats is aangewezen, van gedeputeerde staten. Deze machtiging houdt tevens een machtiging tot vernietiging in.

Artikel 8

1. De zorgdrager is bevoegd tot vervreemding van niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden, voor zover het betreft:

a. archiefbescheiden van de Eerste en de Tweede Kamer der StatenGeneraal, de andere Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin: na een bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze minister, verleende machtiging;
b. archiefbescheiden van andere overheidsorganen: na machtiging van Onze minister.

2. Voor de vervreemding van archiefbescheiden als bedoeld in het eerste lid is geen machtiging vereist indien de vervreemding geschiedt ter uitvoering van een in enige wet neergelegd voorschrift.

3. Tot vervreemding van in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden mag Onze minister slechts overgaan ter uitvoering van een in enige wet neergelegd voorschrift of na machtiging van degene, op wiens last deze archiefbescheiden zijn overgebracht.

Artikel 9

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent het ontwerpen van lijsten als bedoeld in artikel 5 alsmede omtrent de vervanging en vervreemding van archiefbescheiden.

2. Onze Minister-President kan regels stellen op grond waarvan in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden kan worden afgeweken van hetgeen in deze wet bepaald is met betrekking tot de vernietiging van archiefbescheiden.

Artikel 10

Indien archiefbescheiden ten onrechte berusten onder een ander overheidsorgaan dan dat waaronder zij behoren te berusten, zien de betrokken zorgdragers erop toe, dat die bescheiden te bestemder plaatse geraken.

Artikel 11

1. Ieder die archiefbescheiden onder zich heeft, is verplicht deze binnen vier weken, nadat hij een daartoe strekkende kennisgeving heeft ontvangen, aan het overheidsorgaan, waaronder zij volgens de bepalingen van deze wet zouden behoren te berusten, voor rekening en risico van dit overheidsorgaan af te staan, teneinde het in de gelegenheid te stellen hiervan een reproduktie te vervaardigen.